Roryroute naar Parijs voor Nederlanders?
Net als in 2020 wordt Nederland op de Spelen in Parijs door maar één speler vertegenwoordigd en dat terwijl vier spelers zich plaatsten.
Toen een week geleden de kwalificatieperiode voor het golftoernooi op de spelen van Parijs sloot, stonden daar vier Nederlandse vlaggen op en de namen van Anne van Dam en Dewi Weber bij de vrouwen en Joost Luiten en Darius van Driel bij de mannen. De vlag ging echter niet uit want niet de internationaal erkende criteria, maar eigen opgestelde regels waren doorslaggevend. Het duurde een kleine week voor in het buitenland het besef doorbrak dat Nederland feitelijk tegen drie geplaatste sporters zei dat ze niet goed genoeg waren en ook internationale collega's lieten van zich horen.
Olympische droom
Hoewel er veel aan te merken is op de beslissing om alleen Anne van Dam af te vaardigen naar Parijs - terwijl ook Joost, Darius en Dewi zich volgens de wereldwijd gehanteerde kwalificatiecriteria hadden mogen verheugen op het waarmaken van hun olympische droom – past het om de hand ook in eigen boezem te steken.
Het werd de keuzeheren ook wel wat makkelijk gemaakt door onze landgenoten. Darius van Driel won dit jaar een toernooi, maar niet een van genoemde kwartet speelde de afgelopen maanden de pannen van het dak. Het had ongetwijfeld niet uitgemaakt, ook dan was er een kans geweest dat de kwalificatiecriteria bikkelhard waren gehanteerd, maar dan was het wel nóg moeilijker te verdedigen geweest.
De hand mag nog dieper de golfboezem in als het gaat over diezelfde criteria. Natuurlijk is het belachelijk dat het NOC*NSF het beter denkt te weten dan de hoogste internationale golforganen, maar de aanvullende eisen komen niet uit de lucht vallen. De NGF is er aan het begin van de kwalificatieperiode akkoord mee gegaan en in die zin was de gang naar Papendal enkele weken geleden dan ook jaren te laat.
Dovemansoren
Niet dat het bezoek van de zware delegatie de eerste poging was om de heren (ik kan er niets aan doen, ik zie steeds strenge grijze heren achter een mahoniehouten tafel voor me) die het voor het zeggen hebben, op andere gedachten te brengen. Nog voor de rentree van golf op de Olympische Spelen in Rio de Janeiro in 2016 presenteerde de federatie pakken met papier en data die aantoonden dat de criteria die voor veel sporten logisch zijn, dat voor golf allerminst zijn.
Het was toen, net als nu, aan dovemansoren gericht. Hele lijsten met uitslagen van Majors werden ingebracht om aan te tonen dat je in golf echt niet alleen kanshebber bent als je geregeld tot de besten behoord. En bij het laatste bezoek aan het sporthart van Nederland werden zelfs onweerlegbare data uit het Strokes Gained systeem voor specifiek Le Golf National ingebracht om de kansen van Joost, Darius en Dewi kracht bij te zetten. Opnieuw zonder succes.
Schaatscoach
'Op 14 juni heeft een delegatie van de NGF, in aanwezigheid van Joost Luiten, hierover gesproken met NOCNSF. Hierbij heeft de NGF argumenten en data aangeleverd om de uitzending van Luiten, Van Driel en Weber te bepleiten. Tevens is golfspecifieke informatie met NOCNSF gedeeld om de unieke kenmerken van de golfsport duidelijk te maken. Ondanks deze inspanningen zullen er naast Anne van Dam geen andere Nederlandse golfers worden uitgezonden naar de Olympische Spelen in Parijs. NOC*NSF meent dat er onvoldoende grond is om af te wijken van de nationale criteria. Volgens de sportkoepel is er geen redelijke kans op een top 8 notering in de Olympische Spelen aangetoond.'
Vooral de laatste zin uit bovenstaande verklaring die de NGF op hun website plaatste is, zacht gezegd, opvallend. Nog los van het feit dat de beoordeling van een Dewi Weber naar verluidt door een voormalig schaatscoach (!) plaatsvond laten de data gewoon iets anders zien. Week in week uit hebben spelers die lager op de ranglijsten staan kans om te winnen. En helemaal in een wedstrijd als de Spelen waar de sterkste landen niet met tientallen maar ook slechts met een kleine afvaardiging aan de start verschijnen. Het brons ging in Tokio naar de nummer 181 van de wereldranglijst, het zilver naar de nummer 161. Hoezo geen kans voor onze nummer 1 148?
Dat de gehanteerde criteria wringen, en dat dat min of meer gezien wordt, mag ook duidelijk worden uit de passage dat is afgesproken om voor de spelen van 2028 'de nationale selectiecriteria voor de Olympische Spelen van 2028 op een andere, realistischere grondslag vast te leggen, meer gebaseerd op de specifieke aspecten van de golfsport'.
Suggestie
Jammer Joost, Darius en Dewi. We zien ook wel dat de regels voor golf misschien niet helemaal passend zijn, maar jullie kans op een Olympische plak gaan we mooi niet door laten gaan. We kijken er later nog wel eens naar.
Het is volledig te begrijpen dat Joost, Darius en Dewi er met hun pet niet bijkunnen en zich misschien wel ronduit geschoffeerd voelen door het NOC*NSF. Darius won in Kenia, Joost rekende op social media voor hoe vaak hij in velden met 156 man in de top-10 is geëindigd de afgelopen bijna twintig jaar. 'In bijna twintig procent van de gevallen. Ze hebben echt geen idee.'
En zo heeft alleen Anne een kans op een gouden medaille deze zomer. De brief die de andere drie zouden mogen schrijven om hun zaak te bepleiten liep ongetwijfeld ook stuk op gebrek aan golfkennis en starheid vanaf de olympische Papendalse berg. Al is er wellicht nog een geitenpaadje. De Roryroute. Op weg naar de spelen in Tokio was de Zuid-Afrikaan Rory Sabbatini niet gekwalificeerd voor een startbewijs; maar liefst tien Zuid-Afrikanen stonden hoger op de ranglijst. In december 2018 nam hij de nationaliteit van zijn vrouw aan om iets meer dan een jaar later als Slovaak met Olympisch zilver op het podium te staan. Het is maar een suggestie.
Niet door de prestaties van Anne, Joost, Darius en Dewi, niet door de stand op de ranglijst, zelfs niet door de rest van de deelnemers, maar door het hanteren van (en akkoord gaan met) nodeloos strengere selectiecriteria is de kans op golfsucces in Parijs veel kleiner geworden.
- Golffile