Jan Kees van der Velden: 40 jaar KLM Open

Het 104e KLM Open is de veertigste editie waarbij Jan Kees van der Velden aanwezig is. In Golfers Magazine 4 keek hij er uitgebreid op terug. 

40 jaar KLM Open

Golfers Magazine en schrijver dezes hebben één ding gemeen: in 1984 was voor ons allebei ons eerste Dutch Open. Na veertig jaar is het tijd voor een terugblik én voor een vooruitblik op het KLM Open van 2024 en de mogelijk onzekere toekomst van het toernooi.

Golf Jaarboek

Die onzekere toekomst is niet van toepassing op Golfers Magazine. Gesterkt door de wetenschap dat het mooiste en beste golftijdschrift van Nederland pas aan zijn derde hoofdredacteur toe is, weten we dat die toekomst er goed uitziet. Al was het de Amerikaanse auteur Mark Twain die treffend zei dat je met dit soort uitspraken voorzichtig moet zijn: ‘Prediction is difficult. Particularly when it involves the future.

In 1984 bestond Golfers Magazine overigens nog niet als tijdschrift. De enige golfperiodiek was destijds het Maandblad Golf – sinds eind jaren dertig het officiële orgaan van het Nederlandsch Golf Comité en vanaf de jaren zeventig de Nederlandse Golf Federatie.

In 1984 zat golf in Nederland in de lift, net als in andere landen op het Europese continent. Jan Kees Kokke, vooraanstaand journalist van de Haagsche Courant, was een golfer – lid van de Kennemer zelfs – en testte het uitgeverswater door met zijn Media Bloemendaal in het voorjaar van ’84 een golfspecial uit te geven: Golf Jaarboek. Geen saai ogende kopie van het Maandblad Golf – dat in Jan Ebbinge wel een uitstekende scribent had – maar een heuse glossy, geheel passend in de trend die door de Haarlemse uitgever VNU in ons land was ingezet.

Het Golf Jaarboek werd via de Nederlandse alsmede de Vlaamse clubs verspreid. In de special ergerde de toenmalige president van de NGF, Jan Willem Verloop, zich opnieuw aan een stuk van een journalist van De Telegraaf dat de kop ‘Een watertje, Kerel?’ had en waarin golf werd omschreven als een sport ‘met een bekakt verleden en een benepen toekomst’.

Omdat het Open, met KLM voor de derde keer als titelsponsor, voor het eerst op de Rosendaelsche werd gespeeld, was er in het Golf Jaarboek natuurlijk aandacht voor homepro Jan Dorrestein. Die was twee jaar eerder op UGC ‘De Pan’ in de top 10 geëindigd. ‘Hij spreekt in aanloop tot het toernooi alle grassprietjes toe’, stond in de voorbeschouwing. Maar Dorrestein, die vorig jaar overleed, miste met 79-77 de cut op vijf slagen. De kwalificatiescore was zeven boven. Dat zou nu ondenkbaar zijn.

Jan Kees van der Velden met een piepjonge Robert-Jan Derksen.

Mijn eerste Dutch Open

Omdat er eind juli op Voorne-Putten weinig sportieve activiteiten waren, waren alle sportmedewerkers met vakantie. Behalve ik, omdat mijn lieve echtgenote in verwachting was. En er moest toch een volledige sportpagina in de regio-editie van het Rotterdamsch Nieuwsblad – toen nog op broadsheet formaat – van maandag 30 juli verschijnen. Ik stelde chef Hans Coolegem voor een stuk over een Engelse pro te schrijven die op Voorne-Putten woonde en lesgaf op Kleiburg: John Woof, die meedeed aan het KLM Open. Voorwaarde was wel dat ik dan ook een artikel moest maken over een halve marathon lopen/fietsen/surfen bij Rockanje.

Op vrijdag toog ik in mijn nieuwe Saab 99 naar Arnhem en verschafte mij toegang met een medewerkerspasje van de krant. Woof miste de cut, maar ik zag Bernhard Langer, die daags ervoor een 64 mét een double bogey op 17 had laten noteren. En ik hoorde dat er ‘ergens’ een hole-in-one was gemaakt. Dat bleek een ace te zijn van de Engelsman Brian Waites op de 190 meter lange (oude) par-3 7de. Hij hield er een BMW 524 Turbo Diesel – ja, dat waren nog eens tijden – aan over. Ook kreeg ik Lee Trevino in het vizier, die drie weken later met een in de proshop van Dorrestein gekochte Pingputter het PGA Championship won.

Kokke had de tijdgeest goed aangevoeld. Op de zondag voor het KLM Open was er in Studio Sport een korte samenvatting van het door Severiano Ballesteros op de Old Course gewonnen Open Championship. En op woensdagavond was er in het NOS Journaal een door Marijn de Koning – een fervent golfster – gemaakte impressie van de pro-am op de Rosendaelsche. Verder bracht de Tros in de avond van de slotronde een reportage van het toernooi op het scherm.

Mr. Golf

Vanaf het begin hebben Golfers Magazine, zoals het Golf Jaarboek al na een editie heette, en het Open doorgaans een goede relatie gehad. Organisator Robbie van Erven Dorens en Jan Kees Kokke hadden beiden gevoel voor de relatie tussen business en golf. Bij Van Erven Dorens uitte zich dat in het vastleggen van KLM, Heineken, Sun Microsystems en TNT als sponsoren. En dan was er natuurlijk nog het fraaie tentendorp dat zijn gelijke niet had op de Europese Tour, met uitzondering van The Open.

Bij Kokke was het organiseren van een hoogwaardige bedrijvencompetitie een manier om Golfers Magazine, dat vanaf 1985 een heus tijdschrift was, tot een belangrijke speler in golfland te maken. Ook slaagde hij erin om in 1988 het contract met de NGF binnen te halen en met GOLFjournaal het officiële orgaan van de golffederatie te worden. Met ingang van 1989 werd een van de edities van GOLFjournaal zelfs het officiële programmaboek van het Open.

Tijdens de Opens die Van Erven Dorens organiseerde (tot en met 2003), was Golfers Magazine altijd prominent aanwezig. Zowel voor als na de Opens zorgde en zorgt dit tijdschrift voor achtergronden en diepgang. En de gelijknamige website, golfersmagazine.nl, is volgens een medewerker van de huidige organisator TIG Sports een belangrijk ‘toevoerkanaal’ naar de officiële website van het KLM Open.

Golfers Magazine zoekt iedere keer naar een net iets andere invalshoek als het over het Open gaat. De ene keer maken we portretten van de kanshebbers. De andere keer sfeerreportages in woord en beeld. Na het vertrek van Jan Kees Kokke in 1994 – na verkoop van de bladen aan Wegener – ging dat gewoon door. Golfers Magazine bleef een trouwe partner van Van Erven Dorens. Toen hij het kampioenschap eind 2003 kwijtraakte aan KLM en TIG Sports, hebben we Mr Golf niet laten vallen. Het mocht niet baten. De Europese Tour bleek een partij te zijn die geen boodschap heeft aan het begrip ‘trouw’.

Veertig jaar later

Veertig jaar na dato ben ik er als oud-hoofdredacteur van Golfers Magazine deo volente bij als in juni het KLM Open 2024 wordt gespeeld. Hetzelfde geldt voor Golfers Magazine. Natuurlijk is het een heel ander kampioenschap dan dat van 1984. Alles is grootser – met uitzondering van het veld. Veertig jaar geleden waren Lee Trevino, Johnny Miller en Bernhard Langer deelnemers, maar voor zulke topspelers is anno 2024 geen geld meer.

Van 20-23 juni keert het KLM Open terug op The International, de baan die in september 2019 het toneel was van de honderdste editie van het Dutch Open en van de zestiende en mogelijk laatste zege van Sergio García op de Europese Tour. Na drie jaar Bernardus was het weer tijd voor een verhuizing van het kampioenschap, dat op 31 augustus 1912 het levenslicht zag als - door de Engelsman George Pannell gewonnen - 36-holes toernooi op de inmiddels verdwenen oude baan van de Haagsche op Landgoed Clingendael. Dichter bij het centrum van een grote Nederlandse stad werd het Internationaal Open Golfkampioenschap van Nederland tot september 2019 niet meer gespeeld: hemelsbreed vier kilometer van de Hofvijver.

De baan van de 104de editie van ons Open ligt op acht kilometer van de Dam. The International had natuurlijk gewoon Amsterdam International moeten heten. Aanvankelijk koos oprichter/eigenaar Marcel Welling daar ook voor. Maar het bestuur van de Amsterdamse Golf Clubgooide roet in het eten. En via een gerechtelijke procedure kregen ze warempel gelijk: er was kans op verwarring, zo concludeerde de rechter. Het is echter zoals Don McLean ooit zong: ‘Well if that’s the kind of justice that our hall of justice claims, then I respect, respect, respect old Jesse James.’

De start van het project ‘golfbaan’ op deze locatie dateert voor wat betreft de inbreng van Marcel Welling al uit 1996, maar pas in 2013 werd de baan geopend. Officieel is Ian Woosnam de architect. Hij zal heus wel iets meer hebben gedaan dan het zetten van zijn handtekening op de blauwdruk, maar het echte werk kwam toch op de schouders van de Belg Bruno Steensels terecht.

Is het de beste baan voor ons Open? Qua aanleg denk ik van niet. De courses van de Kennemer en Hilversum zijn onmiskenbaar beter en ik hoop van ganser harte dat het Open er nog eens terugkeert. Maar voor een kampioenschap als dit gaat het om meer dan alleen het ontwerp van de baan. Er zijn op de Europese Tour kampioenschappen gespeeld op banen die de kwalificatie ‘championship course’ niet eens waard waren.

Landing strips in Europe

Met de keuze voor Nederland mag de tour sowieso zijn handen dichtknijpen. Het is een publiek geheim dat diverse ambitieuze clubs de PGA European Tour uitnodigden om eens langs te komen. Meestal was het een beleefd ‘Thanks, but no thanks’ dat de club later via een beleefd briefje te horen kreeg. Eén keer, zo leert een hardnekkig en oud gerucht, kon een expert van de tour zich niet inhouden en zei misschien iets te eerlijk na het aanschouwen van de zoveelste kaarsrechte, saaie, lange par-4: ‘We have enough damn landing strips in Europe.’

Enfin, Golfers Magazine viert zijn veertigste verjaardag in juni in ieder geval niet op een slechte baan. Integendeel. In de elf jaar sinds de opening heeft Welling ervoor gezorgd dat zijn troetelkind, waarvan wordt gezegd dat aandelen voor 45 mille van eigenaar verwisselen, steeds meer tot wasdom kwam. Vorig jaar drukte Welling het in Golfers Magazine in een interview met Martijn Paehlig, mijn opvolger als hoofdredacteur, als volgt uit: 'Is het geworden wat ik ervan verwachtte toen we aan het project begonnen? Ja en nee. Nee, omdat ik niet een heel concreet beeld had van wat het precies moest worden. Wel dat het heel goed moest worden, met de wens en ambitie om voor het beste van het beste te gaan. Maar hoe dat dan in de praktijk zou uitpakken? Kijk ik waar we nu staan, dan zeg ik echter volmondig ja. Ik ben ongelooflijk trots op en blij met wat het is geworden.’

In maart kwam de toernooi-directeur van de Europese Tour, de aimabele doch strenge Miguel Vidaor, naar The International voor een laatste inspectie. Ik sprak hem een paar dagen later via de telefoon. ‘Ik vind dat The International goed overwinterd heeft’, zei hij. ‘Er is veel regen gevallen en er zal tussen nu en de derde week van juni nog veel werk moeten worden verricht, maar we liggen op koers.’

En Golfers Magazine ook. Getuige weer een buitengewoon fraaie uitgave.

Tour
  • Adobe Stock, Golffile, ProShots