Hij kwam voor niet minder dan de zege naar het KLM Open. Joost Luiten is niet vies van een beetje druk. Maar toen het dan ook werkelijk zover was, schoot zelfs de broodnuchtere Joost Luiten even vol. 'Dit is een droom die uitkomt.'
Met die tekst begon het hoofdartikel van het oktober-/novembernummer van Golfjournaal in 2013, een artikel dat uiteindelijk maar liefst negen pagina's zou beslaan. Niet zo gek ook. Het was alweer even geleden dat een landgenoot het KLM Open wist te winnen. In een seizoen waarin hij toch al stevig aan de weg timmerde (eerder dat seizoen won hij in Oostenrijk en eindigde hij niet minder dan vijf keer in de top 10), benadrukte hij voor eigen publiek dat hij niet voor niets tot de absolute top van Europa behoorde.
Hoe goed Luiten ook was in aanloop naar – en tijdens – het toernooi, hij was niet per se de huizenhoge favoriet. Wel een van de grote kanshebbers, dat zeker. Maar met onder meer drievoudig toernooiwinnaar Simon Dyson in het veld, voormalig winnaar Ross Fisher (de man die in 2007 voorkwam dat Luiten al eerder won in eigen land) en natuurlijk de ervaren en geslepen Spanjaard Miguel Angél Jiménez, was het absoluut geen uitgemaakte zaak dat Luiten de beker wel 'even' op ging halen. Een kwestie van 'even' was het ook die vijftiende september 2013 niet. Maar toen zijn bal na de eerste extra hole de bodem van de cup vond, ontplofte de Kennemer zoals nog nooit tevoren. De zege was voor Luiten.
Wat schiet je het eerste te binnen als je denkt aan je eerste zege op de Kennemer?
'Poeh, dat is lastig. Er gebeurt zoveel op zo’n moment. Het besef dat het voorbij is. De reactie van alle mensen. En zeker ook dat het in een play-off beslist werd tegen een van de grootste spelers van het circuit. Er één ding uithalen? Nee, dat is niet te doen.'
Terug naar eerder in het toernooi dan. Hoe ging je de week in? Je had al een overwinning geboekt en stond er goed voor na vijf top 10's, dus vol vertrouwen waarschijnlijk?
'Ja, ik voelde me goed en had een week of vier, vijf daarvoor mijn tweede toernooi op de Europese Tour gewonnen. Met de vorm zat het dus wel goed. Natuurlijk geef je jezelf dan een goede kans om deze week te winnen. Bovendien had ik het voordeel dat ik de baan goed kende en dat het publiek vooral op mijn hand was.'
Na je eerste ronde stond je na een 69 niet meteen op pole-position, maar had je al wel het gevoel dat er wat in zat of kwam dat pas later?
'Ik weet niet meer precies hoe het die eerste twee rondes is gegaan, wat ik gescoord heb. Ik weet nog wel dat ik het toernooi niet weggaf tijdens de eerste ronde en dat ik de tweede, maar vooral de derde ronde heel goed speelde. Het was die zaterdag vies weer, met veel wind en miezerregen, maar met de laagste score van de dag deed ik wat ik moest doen. Het was ook een dag waarop je net die paar gelukjes hebt die nodig zijn om te winnen. Zo chipte ik twee keer in, op zes en op zestien. Dat helpt natuurlijk.'
Je had een minimale voorsprong voor de start van de laatste ronde en speelde met de man die, zo zou later blijken, het langst standhield. Hoe ga je zo'n ronde in?
'Net als de andere rondes. Ik stond weliswaar voor, maar de voorsprong was niet groot en er waren nog meer uitdagers. Die vielen een voor een af, en ergens bij de turn waren Jiménez en ik eigenlijk met z’n tweeën over. Dan wordt het matchplay. Dat spreek je niet uit, maar dat voel je wel. Ik merkte aan hem dat hij, ondanks al zijn ervaring, ook nerveus was. Hij begon zich aan kleine dingetjes te ergeren, was anders dan anders. Ik wist: als ik hem achter me weet te houden, dan win ik.'
En dan kom je allebei binnen met -12, en dan?
'Dan sta je dus in een play-off, al moet je wel eerst nog even je kaart tekenen. Daarna gaat het heel snel. Je wordt bijna meteen teruggebracht naar de tee om de hole nog een keer te spelen. Wat ik nog heel goed weet, en wat ik ook wel een bijzondere herinnering vind, is dat we vlak na het tekenen van onze kaart moesten plassen en naast elkaar bij die bakken stonden. We keken elkaar aan en moesten allebei lachen. Zonder iets te zeggen was er wederzijds respect en het besef dat het nu écht alleen tussen ons ging. Een bijzonder moment van ontspanning was dat.'
Hoe heb je die play-off ervaren?
'Ik wist natuurlijk dat hij er meer ervaring mee had. Tegelijkertijd heb je precies evenveel kansen om het in jouw voordeel te beslissen. Ik had het geluk dat ik het lootje met nummer 1 pakte en dus als eerste mocht afslaan, waardoor ik de druk er meteen op kon zetten bij hem. Ik sloeg een goede drive naar het midden van de fairway, terwijl hij de fairway rechts miste. Daarmee was ik zeker in het voordeel voor de tweede slag, al zegt dat nog niet zoveel. Mijn tweede slag was heel goed, een ijzer-3 naar het midden van de green op een meter of zes, zeven van de vlag. Die bal had ik niet veel beter kunnen slaan, zeker ook omdat ik al wist dat Jiménez zijn bal net te kort had gelaten. Toch moet je ook dan nog helemaal in het moment blijven. Voor hetzelfde geld maakt hij een prachtige up-and-down, waardoor je opnieuw kunt beginnen. Je moet het koppie er tot het laatst bijhouden.'
Jiménez maakte geen up-and-down, waardoor je uiteindelijk een putt van een kleine meter overhad voor de overwinning. Wat kun je je daar nog van herinneren?
'Dat er van alles door me heen ging en dat ik bloedzenuwachtig was. Aan de andere kant had ik heel snel het gevoel: 'deze ga ik gewoon maken'. Weliswaar niet onder deze omstandigheden, maar een putt van deze afstand had ik bij wijze van spreken al een miljoen keer gemaakt. Waarom zou ik hem nu dan ineens missen? Dat deed ik dus ook niet: de bal rolde in het hart van de hole en toen was het klaar.'
En toen? Gekkenhuis?
'Dat kun je wel zeggen, ja. Ik werd eerst zo ongeveer onder het gras gebeukt door Martin, mijn caddie. Daarna volgde mijn familie en werd ik in een soort roes heen en weer gesleept. Pas toen ik bij de prijsuitreiking moest speechen, drong het echt tot me door en werd ik wat emotioneel. Ja, wat moet je allemaal zeggen over dat moment? Er gebeurde zo ontzettend veel. Wat ik nooit zal vergeten, was de emotie bij Martin. Een paar weken daarvoor had ik in Oostenrijk gewonnen en reageerde hij nauwelijks. Nu zat hij, zo hoorde ik later, een half uur later nog te janken. Een overwinning in je thuistoernooi is weinigen gegeven en betekende ook voor hem heel veel.'
Wat betekende de zege voor jou? Mentaal, voor de rest van je loopbaan?
'Toch wel wat. Elke overwinning is er een, maar je eigen Open winnen stond heel hoog op mijn lijstje. Ik was er in 2007 natuurlijk al een keer heel dichtbij, met die tweede plaats achter Ross Fisher. Maar dat het nu lukte, nog altijd relatief vroeg in mijn loopbaan, was een enorme bevestiging. Dat was mede de reden dat Martin zo emotioneel reageerde. Hij dacht wel dat ik het in me had om thuis te winnen, maar nu al? Dat had hij – en ik zelf ook – niet verwacht.'
Het was je thuistoernooi, iedereen was er: groot feest?
'Je weet dat iedereen op jouw hand is en dat het publiek enorm meeleeft. Toch gaat het ook een beetje langs je heen. Of er nu honderd, duizend of tienduizend man meelopen, je bent gewoon heel geconcentreerd. Maar na die laatste putt ging het dak er af. Toen ik in Maleisië mijn eerste toernooi won, waren er letterlijk vier Nederlanders met wie ik het na afloop heb gevierd, nu was iedereen er. We hebben na alle verplichtingen eerst op de Kennemer nog een feestje gevierd, maar zijn op een gegeven moment met een grote groep naar een café bij ons om de hoek gegaan, Café Van Eijk, en hebben het daar goed laat gemaakt. Laat ik het zo zeggen: ik had de volgende dag nog een persconferentie, maar om nou te zeggen dat ik er lekker fris bij zat... nee.'
In 2016 won je ook. Welke van de twee zeges was de mooiste?
'Onmogelijk om daar antwoord op te geven. De eerste betekende misschien het meest en had met die play-off ook de spannendste ontknoping. Dat je het in een 1-op-1-gevecht kunt afmaken, doet me veel. Maar in 2016 op The Dutch ging ik totaal anders de week in, begon ik slecht en speelde ik mezelf ook tegen mijn eigen verwachtingen in contention. Ik bereikte de laatste hole met een voorsprong van drie slagen, en kon daardoor echt genieten en alles in me opnemen. Maar als ik eerlijk ben, kan ik gewoon niet kiezen. Als golfer win je niet zo vaak en dus is elke overwinning er een om te onthouden. Al staat winnen in eigen land – en al helemaal twee keer – wel een stukje hoger.'
- Golfsupport