Museumstukken

Sinds het Nederlands Golfmuseum in 2016 zijn deuren opende, werd het al meerdere keren uitgebreid en bleef ook de collectie maar groeien. Een gang door de Nederlandse golfgeschiedenis aan de hand van enkele museumstukken.

museum

Conservator John Ott kan zich de eerste initiatieven voor het Nederlands Golfmuseum nog goed herinneren. 'Het was natuurlijk van de gekke dat er in Nederland, met zijn lange golftraditie, nog geen vergelijkbaar museum was. We ontdekten al snel dat er wel pogingen waren gedaan om er eentje op te richten, maar die waren niet succesvol geweest. Het kostte hier en daar best wat overtuigingskracht, maar het is nog altijd geweldig dat het in 2015 wel is gelukt. De locatie was, in samenspraak met Dirk Jan Vink van Golfbaan Landgoed Bleijenbeek, redelijk snel gevonden. Toen was het een kwestie van het opbouwen van de collectie. Daarin is sinds de opening veel veranderd. Door giften, door op veilingen soms wat aan te kopen en door bruiklenen zijn we door de jaren heen steeds groter geworden en vooral ook van een steeds hoger niveau. Zo vind ik het nog altijd heel bijzonder dat we hier de vondsten uit het Biddinghuizer Colfschip tentoon mogen stellen (in de jaren tachtig van de vorige eeuw werden de restanten van een zestiende-eeuws handelsschip opgegraven, met aan boord onder meer diverse colfmaterialen, een bewijs dat Nederland in elk geval handelde in golfmateriaal, red.). Het zegt wat over de status die we inmiddels hebben als museum, al wil het zeker niet zeggen dat we er 'warmpjes' bijzitten. Zonder ondersteuning van vrienden, legaten, soms wat eigen geld en onze status als ANBI-instelling zouden we niet zijn waar we nu zijn. Al zijn we er wat ons betreft zeker nog niet. We blijven op zoek naar aanvullingen van de collectie en denken nu bijvoorbeeld aan een hole of fame: een historisch overzicht van de Nederlandse golfclubs, waarbij de betreffende clubs hun hole kunnen steunen.'

Een bijzondere schenking: oud-winnaars van het Dutch Open verzameld als De Nachtwacht van Rembrandt.

Familie Tulp
Dit schilderij (ca. 1624) wordt toegeschreven aan Nicolaes Eliasz (1588-1653/1656). De replica in het museum is kleiner dan het origineel dat in het huis van de familie Six aan de Amstel in Amsterdam hangt. Op dit schilderij zit grootmoeder Tulp, Gerritgen Dircksdr. Poelenburgh (1550-1630), naar het colfspel van haar drie kleinkinderen Pieter (1618-1645), Egbert (1619-vóór 1643) en Catharina (1622-1664) Tulp te kijken.
Het schilderij bevat een aantal opmerkelijke bijzonderheden. Zo heeft de koets van de familie Tulp wielen, terwijl in die tijd in Amsterdam koetsen geen wielen mochten hebben. Dit vanwege het gevaar van verzakking van de huizen door de trillingen die de wielen zouden veroorzaken. Alle koetsen in Amsterdam waren daarom verplicht voorzien van glijders, al bestond daar een uitzondering op: de burgemeester en de chirurgijn mochten als enigen van een koets met wielen genieten. De koets op dit schilderij behoorde aan vader Tulp, de beroemde chirurgijn dr. Nicolaes Tulp, die later in 1632 door de toen 25-jarige Rembrandt van Rijn werd geschilderd in diens ‘anatomische les’. Een tweede bijzonderheid – en van belang voor de golfgeschiedenis – is dat de twee golfballen van de twee golfende jongens zijn gemerkt. Dat betekent dat men in die tijd ook al met een eigen bal speelde. En kennelijk zijn de jongens echt aan het spelen, want anders dan de meeste andere kinderen op portretschilderijen in die tijd dragen ze geen belemmerende jurken, maar kleding waarin je lekker kunt bewegen.

Golfbibliotheek

Het Nederlands Golfmuseum beschikt over de meest uitgebreide golfbibliotheek van Nederland. Het grootste deel van de boeken is in te zien door bezoekers. Een dertigtal museale werken liggen achter slot en grendel. De collectie breidt zich nog altijd uit, omdat het museum regelmatig boeken ontvangt van particulieren. Maar bijvoorbeeld ook van Golfers Magazine, dat na een verhuizing een deel van zijn bibliotheek niet meer kon huisvesten.

Buggy van Robbie van Erven Dorens

In 2019 schonk Robert Eduard van Erven Dorens ‒ ofwel Robbie, zoals iedereen hem noemde ‒ zijn buggy aan het door hem geopende Nederlands Golfmuseum. Op deze buggy, waarin hij vele beroemdheden en adellijke personen heeft rondgereden, zien we op de voorkant REVED International B.V. staan. Dit is het in 1980 door hem opgerichte golfpromotiebureau dat de organisatie van het Dutch Open overnam van de Nederlandse Golf Federatie. Dankzij zijn charismatische uitstraling en het uitmuntende gebruik van zijn contacten groeide het oudste sporttoernooi van Nederland uit tot een internationaal toernooi op topniveau. De Nederlandse Golf Federatie maakte hem lid van verdienste en gaf hem tijdens een jaarvergadering de eretitel ‘Mister Golf’. Sinds 2005 wordt de Robbie van Erven Dorens Trofee uitgereikt aan de amateur die bij het Dutch Open na het halen van de cut het hoogst eindigt. Robbie van Erven Dorens overleed in december 2020 op 83-jarige leeftijd. Te zijner nagedachtenis heeft het Nederlands Golfmuseum zijn buggy een prominente plaats gegeven in de hal van het museum.

Audiotour

De golfobjecten zijn mooi, maar de verhalen erachter geven ze nog net wat meer glans. Die verhalen kun je bij je bezoek aan het museum op verschillende manieren tot je nemen. Scan de op de vitrines geplaatste QR-codes of download de (gratis) app izi.travel en je hoort de verhalen die de gidsen hebben ingesproken.

Praktisch
Stichting Nederlands Golfmuseum
Bleijenbeek 14
5851 EE Afferden
T 0485 53 00 84
E info@golfmuseum.nl