Maarten Lafeber: 'Bijzondere week voor talenten'

'Het was 1995, volgens mij heette het toen het TNT Open', haalt Lafeber zijn debuut naar voren. 'Ik weet nog dat het een geweldige ervaring was, net als 1996 en 1997 toen ik het ook goed deed. Wat voor mij gold, geldt ook voor deze jongens: het is een waardevolle ervaring waar ze hopelijk op verder kunnen bouwen. Ik heb nadien nog heel veel Dutch Opens mogen spelen en heb er ontzettend veel mooie herinneringen aan over gehouden, net als dat ik van die eerste edities heel veel heb geleerd voor mijn later loopbaan als professional.'

'Zo moet je dit toernooi voor de meeste spelers ook zien, als een leermoment. Natuurlijk zijn er verschillen. Voor iemand als Thijmen Batens is alles voor heel erg mooi en nieuw en dat is goed, maar voor iemand als Kiet (van der Weele, red) is het veel meer een meetmoment. Waarschijnlijk is dit zijn laatste deelname als amateur dus dan is de vraag waar je staat veel belangrijker. Dat zijn heel andere gesprekken.'

Is er desondanks een gemeenschappelijke deler, iets dat voor alle talenten geldt?

'Natuurlijk wil iedereen de cut halen, dat snap ik, en dat ís ook mooi, maar veel belangrijker is het om te zien of ze zich houden aan hun gameplan, dat ze uitvoeren wat ze bedacht hebben. Dat zijn echt de dingen die tellen op de wat langere termijn. Al die jongens zijn bezig met een meerjarenplan waar dit een onderdeeltje van is. De komende weken worden met tal van grote internationale toernooien druk en zeker ook belangrijk. Alles wat je hier leert is extra bagage voor de maanden die er echt toe doen straks.'

De Nederlandse amateurs in het veld zijn dit jaar Kiet van der Weele, Thijmen Batens, de uit Amerika overgekomen Jerry Ji (met Maarten Lafeber als caddie) en Jack Ingham. Samen met Lev Grinberg gaan ze proberen zondag de opvolger van Koen Kouwenaar te worden die als laatste amateur beslag wist te leggen op de Robbie van Erven Dorens Trofee, de prijs die gaat naar de beste amateur in het veld.