Martijn Paehlig

De terugkeer van Tiger

Nu de 86ste editie van The Masters erop zit kan het grote wachten weer beginnen. Een kleine 360 dagen tot het volgende bezoek aan Augusta National. Wat rest zijn de herinneringen. Aan Scottie, aan Rory, aan Collinn, aan de grote drie, maar vooral toch aan die ene man.

Martijn Paehlig

Natuurlijk domineert Tiger Woods de herinneringen. 'De eerste twee alinea's van je column kan je alvast gaan schrijven', schreef @corvers010 op de maandag dat de Mastersweek begon. Het was nauwelijks 24 uur nadat Woods aankondigde misschien wel mee te gaan doen. Het gerucht over zijn deelname zong al een paar dagen rond nadat hij in de week ervoor gespot was voor een oefenronde, en op zondag dus bevestigd door de grote kat zelf, al duurde het nog tot zijn persconferentie dinsdagmiddag voor hij met de bevestiging kwam. 'Zoals ik me nu voel speel ik', om vervolgens op de vraag of hij dacht een kans te hebben op de overwinning, zonder een spoor van twijfel te antwoorden: 'I do'.

De dagen die volgden ging het over bijna niets anders. Hoe liep Woods? Wat konden we verwachten? Wat vonden zijn collega's er van dat..? De meeste van die collega's vonden het vooral prachtig. Enerzijds om de terugkeer zelf, anderzijds omdat de focus volledig bij hen weg werd gehaald en op Woods werd gericht. 'Ik heb me nog nooit zo relaxt voor kunnen bereiden', glimlachte Rory niet voor niets.

Dat de hele golfwereld op donderdagmiddag klaar zat om Woods na 508 dagen zonder wedstrijdgolf in actie te zien, was dan ook niet gek. Net als in de dagen die volgden. Of het nu was in een stream voor de featured groups of live in de uitzending: de kijkcijfers die de networks in Amerika publiceerden waren alle dagen hoger dan vorig jaar, waarmee maar weer eens werd bewezen dat Woods nog altijd de man is waar de hele golfwereld om draait. Ook als hij niet meedoet voor de prijzen.

Want natuurlijk deed hij dat niet. Na de eerste ronde stond hij nog brutaal bij de beste tien met een openingsronde onder par (een van de weinige openingsrondes die hij ooit onder par speelde op Augusta National) maar in de dagen die volgden werd soms pijnlijk duidelijk dat Woods nog lang niet op zijn oude niveau is. Dat hij de cut haalde was al nauwelijks te bevatten, zeker gelet op de spelers die zichzelf een vrij weekend gaven (o.a. DeChambeau, Koepka, Spieth en Schauffele) maar daarmee was de koek wel op. Steeds moeizamer ging hij door de baan, en de manier waarop hij na afloop van de derde ronde wegstrompelde bij het post-round interview was zelfs pijnlijk om te zien. Hier liep geen topsporter, hier liep een man die misschien te vroeg zijn rentree maakte, maar die het moment van zijn Masters niet wilde, niet kon, laten lopen.

Door in het weekend twee keer te tekenen voor een ronde in 78 slagen, en met een totaal van +13, hield hij maar een handvol spelers achter zich in het klassement en was hij uren voordat Rory en Morikawa vanuit de bunker uitholeden op achttien, lang voordat Scottie Scheffler zich vier putts kon veroorloven voor de overwinning, al binnen maar deed de klassering van Woods er toe? Nauwelijks. Het feit dat hij er was, dat hij vier dagen meespeelde en dat hij aankondigde er bij The Open hoe dan ook bij te zijn, is iets om te koesteren. The Big Cat was even terug in de schijnwerpers en in de kantlijn van de zege van Scheffler, van alle verhaallijnen die vorige week voorbijkwamen, was dat hét verhaal van deze Masters. Tiger is terug. Een beetje dan toch.

Columns
  • ProShots