1. Hou rekening met de wind
Niet alleen bij ballen die door de lucht vliegen, speelt de wind een factor. Ook putts kunnen worden beïnvloed door de wind, zeker als de green open is en hoog ligt. Hoeveel? Dat is een kwestie van ervaring, maar de snelste manier om dit te leren is er rekening mee houden en kijken wat het resultaat is.
2. Natte voeten?
Bij het inschatten van snelheid houden we vaak wel rekening met de slopes en de lengte van het gras, maar ook vocht speelt een belangrijke rol. Verhoogde greens waar de wind vrij spel heeft, zijn vaak droger en sneller, terwijl 'holle' greens in de schaduw juist natter en langzamer zijn. Gebruik je voeten om de hardheid en het vochtgehalte in te schatten.
3. Lees van de lage kant
Lees de lijn van de lage kant. Dat is meestal de voorkant, dus kijk als goed als je richting de green loopt. Loopt de break van links naar rechts, dan kijk je dus vanaf de rechterkant en ver genoeg weg om zowel de bal als de hole te zien.
4. Kies een strategie
Besluit hoe aanvallend je wilt spelen. De snelheid bepaalt de lijn, dus vraagt een lag putt om een andere lijn dan een meer aanvallende putt. En denk ook aan de tweede putt. Hou je bij een aanvallende strategie een lastige downhiller over, dan is een lag putt die je bij de hole legt wellicht beter. En is de putt downhill, dan kan een aanvallende instelling juist voorkomen dat je 'm te kort laat en nog steeds een downhiller overhebt.
5. Zoek de hoge en lage kant
Als de slopes niet duidelijk zijn, kan dan naar de fringe of de apron. Vaak kun je hier wel een lagere en hogere kant onderscheiden. Dit geeft je een idee van de helling van het landschap. Kijk met deze informatie in je achterhoofd opnieuw naar de putt en kans is groot dat je de subtiele breaks nu wel ziet.
- Golfsupport