Godfather van het Europese Ryder Cup-succes

Tony Jacklin was de man die de topspelers uit de Oude Wereld de weg wees. Met zeges in de Majors en als briljante captain van het Ryder Cup-team. De nu 78-jarige Engelsman heeft zijn memoires uitgebracht en om daarover te praten ging Golfers Magazine virtueel bij hem op bezoek.

jacklin

De Ryder Cup is, om de titel van een boek van Hemingway te lenen, A Movable Feast. Wie golf al langer volgt, heeft de heldendaden van Severiano Ballesteros, José María Olazábal, Sam Torrance en Nick Faldo op zijn netvlies staan. Om daarna door te gaan naar een ander tijdperk met Ian Poulter, Lee Westwood, Henrik Stenson, Justin Rose en Sergio García. Het is een golffeest dat zich verplaatst door de tijd, met nieuwe helden en nieuwe wonderslagen. Europa was jarenlang de bovenliggende partij, met in deze eeuw winst in zeven van de negen matches, nadat de Amerikanen van 1927 tot 1985 nagenoeg onklopbaar waren.

Het keerpunt kwam begin jaren tachtig, en natuurlijk was dat mede dankzij de dominantie van de Big Five: Severiano Ballesteros, Nick Faldo, Bernhard Langer, Ian Woosnam en Sandy Lyle. Allen geboren in het midden van de jaren vijftig en allen gezegend met een goddelijk golftalent. Samen wonnen zij in zeventien seizoenen zestien Majors en vormden ze het hart van legendarische Ryder Cup-teams, die een einde maakten aan een Amerikaanse overheersing die 28 jaar duurde, van 1959 tot 1985.

Maar ook aan de Europese dominantie kwam een einde. Het verlies van afgelopen september op Whistling Straits kwam extra hard aan. De eindstand van 19-9 betekende de zwaarste Europese nederlaag sinds de invoering van het huidige format in 1981, met acht fourballs, acht foursomes en twaalf singles.

Op het beeldscherm schudt oud-speler en -captain Tony Jacklin het hoofd als het drama ter sprake komt. ‘Europa moet zijn zaakjes weer voor elkaar gaan krijgen, want dit was verschrikkelijk.’ We interviewen hem naar aanleiding van zijn onlangs verschenen boek My Ryder Cup Journey. Daarin kijkt hij terug op zijn betrokkenheid bij de match der matches ‒ en daarna. De Engelsman speelde er van 1967 tot en met 1979 zeven op rij. En hij was van 1983 tot en met 1989 de captain die een team smeedde dat ook mentaal sterk was. Europa won twee van die matches, en in 1989 was er een tie. Al met al is Tony Jacklin net zo belangrijk voor de Europese opkomst in de Ryder Cup als de grote spelers. Alleen daarom al is My Ryder Cup Journey meer dan lezenswaardig.

Iconisch moment uit de Ryder Cup. The Concession. (Foto: Bruno Press)

The Concession

‘Natuurlijk waren de Amerikanen altijd goed, ook voor ik captain werd’, zegt Jacklin via Facetime vanuit zijn huis in Florida. ‘Maar wij stonden jarenlang met twee down achter voor de match ook maar begonnen was. Niets kon, niets mocht van de Britse PGA. Er was geen team room, geen goede voorbereiding. Ons team vloog economy class naar de VS, de Amerikanen reisden first class naar ons toe. Het idee van de Britse PGA? “Het is al mooi dat jullie mee mogen doen”.’

In dat licht bezien is het onvoorstelbaar dat Tony Jacklin in zijn zeven matches dertien partijen won en er acht halvede. Met 35 partijpunten staat hij nog steeds hoog in het eeuwige Europese klassement. Bovendien was hij betrokken bij een van de meest tot de verbeelding sprekende gebeurtenissen uit de historie van het evenement. Het was immers Jacklin die in de match van 1969 op Royal Birkdale zijn single tegen Jack Nicklaus halvede nadat de Golden Bear hem op de laatste hole een putt van zo’n anderhalve meter gaf ‒ en zo voor een tie en een memorabel stuk golfgeschiedenis zorgde dat voortleeft als The Concession.

In die tijd was de in 1944 geboren Jacklin een van de beste spelers van de wereld. Dat had ook te maken met het feit dat hij in 1967 op de PGA Tour ging spelen, iets wat Europeanen in die tijd niet deden. In de zomer van dat jaar won hij als eerste Brit sinds 1951 The Open. Op Royal Lytham had hij twee slagen voorsprong op de rest van het veld. In juni 1970 veroverde Jacklin in Minnesota, op Hazeltine, de U.S. Open-titel. Geen Brit, geen Europeaan had dit sinds Ted Ray in 1921 gedaan. Tony Jacklin deed dat ook in stijl: als enige onder par en met zeven slagen voorsprong. Jacklin: ‘Na mijn overwinning in The Open van een jaar eerder realiseerde ik mij dat je ook wat geluk moet hebben om een Major te winnen, maar daar was in dat U.S. Open geen sprake van.’

Tony Jacklin won daarna geen Majors meer, maar hij was goed genoeg om tot en met 1979 in de Ryder Cup te spelen. ‘Dat was de eerste keer dat spelers van het vasteland mee mochten doen’, zegt hij. ‘Maar in die editie en die van 1981 wonnen de Amerikanen toch ruim.'

(Artikel gaat door onder de advertentie)

Seve

Tony Jacklin wordt nog boos als die match van 1981 op Walton Heath ter sprake komt. Niet alleen in dit gesprek, maar ook in zijn boek. ‘Ik was goed genoeg om mee te doen, en dat gold ook voor Seve. Maar we waren beiden einzelgängers, ook al omdat we in Amerika speelden. We lagen niet goed bij het establishment en werden beiden uit het team gelaten.

‘Kun je je voorstellen hoe verbaasd ik was toen de secretaris van de PGA, Ken Snape, en de topman van de Europese Tour, Ken Schofield, in mei ’83 tijdens een toernooi in Leeds uitgerekend mij vroegen om captain te worden? In die tijd was er van alles mis met beide organisaties.’ Jacklin vroeg ‒ het was nog maar vier maanden voor de match in Florida ‒ bedenktijd en kwam vervolgens met een waslijst aan voorwaarden. ‘Ik heb je al gezegd dat er tot dan toe niets mogelijk was voor ons team en dat voor de Amerikanen alles tot in de puntjes werd verzorgd’, zegt Jacklin. ‘Ik wilde dat de reis naar Florida per Concorde zou gaan. Dat alles first class was, ook de kleding en de maaltijden. En dat er een team room kwam waarin officials en journalisten niet welkom waren. Men ging met al mijn eisen akkoord. Ik kreeg carte blanche. Ik vroeg nog wel hoe de zaken rond Seve lagen. Het antwoord was simpel: “He’s your problem now.”'

Tony Jacklin liet Ballesteros eerst uitrazen over alles wat hem dwarszat. De Spanjaard had vertrouwen in de nieuwe captain en kwam aan boord. Met een beetje geluk had Europa de match op PGA National in Miami al kunnen winnen. Het werd 14,5-13,5 voor het door Jack Nicklaus aangevoerde team. Maar Jacklin liet toen al zien een goed gevoel te hebben voor het samenstellen van sterke pairings, al zegt hij dat het echt niet zo moeilijk is. ‘Ik had niet de luxe van tal van assistenten, zoals dat nu het geval is. Dat hoeft ook niet. Too many cooks spoil the broth. Natuurlijk koppel je geen longhitter aan een shorthitter. Dat lijk mij duidelijk. Het gaat vooral om de chemie tussen spelers. Toen ik zag dat er op Whistling Straits vlak voor de match een probleem was omdat spelers in de foursomes met verschillende merken ballen speelden, en Harrington dat eerst niet doorhad en vervolgens zijn pairings moest veranderen… Give me a break! Topspelers moeten met elke bal kunnen spelen. Ik vond en vind het echt complete onzin.’

In 1983 koppelde Jacklin Seve Ballesteros aan de piepjonge Paul Way, die een jaar eerder overigens op ‘de Pan’ het KLM Open had gewonnen. ‘Ik had het idee om José Rivero met Seve te laten spelen, maar ik merkte aan alles dat hij veel te veel tegen Seve opkeek. Paul werd daarentegen geïnspireerd door hem, al snapte Seve er zelf niets van: “Tony, he’s like a baby. Ik moet hem alles uitleggen.” Maar hij begon het wel door te krijgen. Seve was natuurlijk niet dom. Hij was zó belangrijk voor het team. Zijn spel, zijn wedstrijdmentaliteit ‒ alles sijpelde door naar de team room. Je kon hem ook gebruiken om andere spelers op te peppen. Hij was uniek. Je kunt, zeker in de Ryder Cup, niemand met hem vergelijken.’

Seve liet zowel als speler als als captain een onuitwisbare indruk achter. (Foto: Golfsupport)

Teamprestatie

In 1985 leidde Jacklin zijn team op The Belfry bij Birmingham naar de eerste ‒ en ruime ‒ zege in 28 jaar. ‘Wat er in 1983 gebeurde, was een teken aan de wand. We hadden daar al kunnen winnen. Niemand was er chagrijniger van dan Seve. Maar het motiveerde hem ook.’

In 1987 klopte Europa Amerika voor het eerst op eigen bodem ‒ nota bene met Nicklaus als captain en ook nog eens op diens baan, Muirfield Village. ‘Dat was, denk ik, wel het mooiste succes’, zegt Jacklin. ‘It was a solid, great team. Ik heb in Ryder Cups gespeeld waarin de meesten lef hadden, maar geen vertrouwen. Het twaalftal van 1987 was een eenheid, had lef, had vertrouwen en speelde zo goed. Maar één ding moet je weten: in Ryder Cups presteer je niet alleen met je sterren. Het is een teamprestatie. Neem de match van 1989 op The Belfry. De goede spelers scoorden niet op zondag, maar dat deden José Maria Cañizares, Ronan Rafferty en Christie O’Connor jr. die dag wel.’

Met zijn indrukwekkende reeks hoefde Tony Jacklin bij wijze van spreken maar bij het kruisje te tekenen om ook in 1991 captain te zijn. ‘Dat was ik niet van plan. Margaret Thatcher bleef jaren aan als succesvolle premier en werd uiteindelijk door leden van haar eigen partij in haar rug gestoken. Daar had ik geen zin in.’

Natuurlijk was Jacklin er in september bij toen Europa een pak rammel kreeg. ‘Nogmaals, de Amerikanen hebben een exceptionele nieuwe generatie en Europa speelde met te veel veertigers. Er moet een wisseling van de wacht komen. Weet je wat ook vreemd was? De Amerikanen hadden mede vanwege het jaar uitstel door corona zes wildcards. Harrington vond drie genoeg. Zijn opvolger voor Rome 2023 moet er echt meer eisen, want dit verschil in aantal werkte niet.

‘Wat níet moet veranderen is het format, met de eerste twee dagen vier foursomes en vier fourballs. Daardoor kun je steeds het sterkste achttal de baan in sturen. Tot 1981 was dat geheel anders en dat was bepaald niet in ons voordeel. Je ziet het aan de Presidents Cup, de match tussen Amerika en de rest van de wereld. Die gaat over vier dagen en er zijn veel minder mogelijkheden om bepaalde spelers als het ware te verstoppen, zoals wij dat de eerste twee dagen wel kunnen. Het resultaat? Het surplus aan individuele kwaliteit van de Amerikanen geeft bijna altijd het voordeel. The Internationals hebben één keer gewonnen en er is ook één keer een draw geweest. Verander het Ryder Cup-format dus nooit.

‘Of er een week voorbij gaat dat ik niet aan de Ryder Cup denk?’ De vraag doet Jacklin glimlachen. ‘Nee, want er is altijd wel een reden om dat te doen. Vind je het gek dat het de gelukkigste jaren van mijn leven waren?’

My Ryder Cup Journey, geschreven door Tony Jacklin en Tony Jimenez, telt 225 pagina’s. Uitgegeven door Pegasus Elliot Mackenzie Publishers. ISBN: 9781910903636. Onder andere te bestellen bij bol.com en de Libris boekhandels. Prijs: € 20.

World
  • Openingsbeeld: ANP