'Zelfs toen ik niet meer uit bed kon komen, hield ik hoop'

Sophia Popov, de beste 'tourvriendin' van Anne van Dam won vorig jaar een Major, maar de carrière van de Duitse ging lang niet altijd over rozen. Ze vertelt over de de ziekte van Lyme en de lange weg naar herstel.

'Zelfs toen ik niet meer uit bed kon komen, hield ik hoop'

'Mijn carrière is tot nu toe een behoorlijke achtbaanrit, vol enorme hoogte- en dieptepunten. Eerst was het heel hard werken om wat voor elkaar te krijgen op de mini tours, vervolgens kreeg ik te horen dat ik de ziekte van Lyme had en tenslotte won ik in 2020 het Women's Open op Royal Troon.'

'Ik had last van gezondheidsproblemen vanaf het moment dat ik pro werd, in 2015. Terugkijkend is het een wonder hoe goed ik speelde terwijl ik geen honderd procent was. Pas na drie jaar en het raadplegen van twaalf of dertien dokters werd duidelijk dat ik de ziekte van Lyme had. Op dat moment was het zo chronisch dat ik helemaal uitgeput was. Ik was constant aan het knokken om mijn energie weer terug te krijgen en omdat ik ruim elf kilo was verloren, sloeg ik de bal net zo ver als toen ik studeerde.'

'Toen ik de diagnose had, kon ik eindelijk actie ondernemen. Dat maakte een enorm verschil en ik begon weer een beetje te spelen zoals ik deed vóór mijn gezondheidsproblemen. Lyme heb je min of meer voor je hele leven, maar op dit moment heb ik de symptomen onder controle. Als ik me houd aan mijn dieet en de noodzakelijke beperkingen, dan kan ik op bijna honderd procent spelen.'

'Er zijn tijden geweest dat ik dacht dat ik misschien iets anders moest gaan doen. Dat scenario werd steeds realistischer, naarmate de jaren verstreken en ik besefte dat ik de pech had om iets te hebben dat niet veel mensen krijgen. Ik had toen de keus om ermee om te leren gaan of op zoek te gaan naar iets anders. Diep van binnen wist ik dat ik goed genoeg was, wat het verschrikkelijk moeilijk maakte om golf te geven. Gelukkig had ik de juiste mensen om me heen die me steunden, dus knokte ik door en verloor nooit helemaal de hoop.'

'Mijn overwinning in het Women's Open maakte alles goed, omdat ik zo veel mensen verbaasde. Ik was de nummer 304 van de wereld (ze staat nu 30ste, red.) en kwalificeerde me pas op het laatste moment met een top 10-notering. Nu ik een Major heb gewonnen, speel ik met veel meer zelfvertrouwen en onlangs werd ik tweede in het LPGA Matchplay. Ik heb het naar mijn zin en mag de komende vijf jaar alle Majors spelen – dat heeft veel druk van de ketel gehaald, waardoor ik meer vrijuit kan spelen. Ik heb meer geduld met mezelf en ik denk dat dat de sleutel is.'

'Het is een lange weg geweest. Ik heb goed naar mezelf moeten kijken en zelf uit moeten vinden waardoor ik me beter zou voelen. En ik ben blij dat ik een punt heb bereikt waarop ik het behoorlijk goed naar mijn zin heb.'