Mijn Drive: Friso Leunge

Waarom werd je ooit gegrepen door de golfsport? Wat zorgt ervoor dat je terug blijft komen? Wat zijn je mooiste herinneringen? In de rubriek 'Mijn Drive' vertellen bekende en minder bekende golfers wat ze drijft in de golfsport.

friso leunge

Friso Leunge (Hilversum, 1958, handicap 12,1) is chef redactie van MAX Magazine, bracht onlangs zijn eerste thriller uit, getiteld Zwart kwartier, en staat als het even kan vaak én goedgekleed op de golfbaan. 'Ik zie soms kleurencombinaties die bijna pijn doen aan je ogen.'

Mijn eerste keer

‘Dat is lang geleden en heel actieve herinneringen heb ik daar niet meer aan. Ik werkte bij Veronica Magazine en ging een keer met wat omroepcollega’s mee naar de Gooise Golfclub. Een kleine baan over sportvelden, dat was het. Ik kan me niet meer voor de geest halen hoe ik die eerste keer vond. Wat ik wel weet: toen het golfvirus me eenmaal te pakken had, sloeg het hard toe en heeft het me daarna nooit meer verlaten.’

Clubgebonden of vrije golfer?

‘Ik ben jaren lid geweest van de baan waar ik ooit begon. Sterker, samen met wat vrienden hebben we ons ingezet om die club voort te laten bestaan. Daarvoor ben ik zelfs nog beloond met het erelidmaatschap. Ik speelde er met veel plezier, maar had altijd de droom om ooit eens lid te worden van een grote club. Dat werd uiteindelijk de Goyer, waar ik nu een jaar of zes, zeven lid ben. Nog altijd als ik die prachtige oprijlaan zie, voel ik me een bevoorrecht mens en ben ik trots dat ik lid mag zijn op zo'n mooie baan.’

Mooiweergolfer of door weer en wind

‘Net als ongetwijfeld voor de meeste mensen geldt, speel ik het liefst als het zonnetje schijnt, de temperatuur aangenaam is en er geen wind staat. Maar als het meer Nederlands weer is, dan is dat geen reden om niet te gaan golfen. Als het hard waait én regent voor ik naar de baan moet, blijf ik liever thuis, maar ik ga echt door weer en wind door de baan en ben ook altijd op elke weeromslag voorbereid. Een extra handschoen, een extra laagje kleding: het zit altijd in mijn tas. Je kunt je wapenen tegen alle omstandigheden.’

Sport of ontspanning

‘Allebei. Ik woon vlak bij de baan en vind het heerlijk om voor of na het eten nog even in mijn eentje negen holes te spelen. Het liefst speel ik achttien holes, maar dat soort momenten, als je de baan bijna voor jezelf hebt, zijn 'zen-momenten'. Dan kun je even helemaal één worden met je omgeving. Dan is golf ontspanning. Maar ik ben ook dol op de competitie en dan wordt golf sport. Als ik met jou de baan in ga, dan wil ik wel dat het ergens om gaat: een kop koffie of één euro per hole. Ik ben ook best ambitieus. Dat merk ik nu ook met het nieuwe handicapsysteem. Ik had handicap 10 maar ben door het WHS naar 12 gegaan, en ik hoor mezelf dat getal toch net wat minder enthousiast zeggen als iemand vraagt wat mijn handicap is. Zodra ik van de baan af stap, gaat het overigens hoe dan ook om de gezelligheid. Ik zal nooit mopperend op het terras plaatsnemen. Samen met vrienden na de ronde in het zonnetje wat drinken, wat eten en mooie verhalen vertellen: ook dat is voor mij golf.’

Grootste golffrustratie

‘Ik heb jaren geleden heel bewust besloten dat ik frustratie niet mee de baan in wilde nemen. Je zult mij echt niet horen vloeken in de baan als het niet goed gaat. Ik wíl dan wel beter, maar accepteer het als een uitvloeisel van de vorm, mijn niveau, en kan en wil daar niet boos over worden. Al is er één ding waar ik wel mee kan zitten en dat zijn verkeerde keuzes. Dat je na een mooie drive een te ambitieuze tweede slag wilt slaan en je de bal in het water ziet verdwijnen bijvoorbeeld.’

Nieuwe spullen of allegaartje

Golf is voor mij een hobby en een hobby mag best een beetje geld kosten. Ik ben ook wel een marketing victim. Dat ik vier paar golfschoenen heb, praat ik goed door te zeggen dat het beter is om regelmatig van schoenen te wisselen. Maar ik vind het ook gewoon leuk. Hetzelfde geldt voor kleding. Ik zie soms mensen in de baan met slecht zittende shirts en broeken, of kleurencombinaties waarvan ik denk: zie je niet dat grijs en roze echt niet matchen boven die broek? Zelfs bij professionals op de Tour zie je dat. Al is daar wel steeds meer aandacht voor smaakvolle en goed zittende kleding. Bij de mannen sinds een tijdje, bij de vrouwen al langer.’

Les of zelf knutselen

‘Net als heel veel anderen neem ik maar af en toe les, en dan ga ik meestal ook pas naar onze pro Jan Maarten Nijhoff toe als er een 'probleem' is. Ik zou het vaker moeten doen, al was het maar omdat ik iedereen altijd adviseer om vaker les te nemen. Omdat dat zo goed is voor je spel. Maar voor mezelf komt het er dus te weinig van.’

Direct naar de eerste tee of naar de driving range

‘Als ik ook maar even tijd heb dat laatste. Sowieso om een beetje op te warmen en de stramme spieren los te maken, maar zeker ook om vertrouwen te tanken. Ik ga niet met een plan mijn hele tas door – al neem ik me dat wel regelmatig voor – maar besteed wel extra tijd aan de club waar het de vorige ronde het moeizaamst mee ging. Sta je daarna toch zekerder op de eerste tee.’

Spanning op de eerste tee of bij de laatste putt

‘Ik heb wel eens trillend op de eerste tee gestaan. Als je op de achttiende green bent aangekomen en dat ene puttje overhebt voor een bepaalde score, dan heb je toch al een goede ronde achter de rug. Op de eerste tee kan de gedachte 'hoe zal het vandaag gaan?' nog wel eens door mijn hoofd schieten. Je kunt nóg zoveel zin hebben, nóg zoveel vertrouwen op de driving range hebben getankt: als je eerste drive niet gaat, kan het zomaar een slechte golfdag worden.’

Mooiste baan

‘Ik ben in de gelukkige omstandigheid geweest dat ik voor mijn werk op de mooiste plekken mocht spelen. De klassieke banen in de UK, in mijn eentje op Crans-Montana een dag na de wedstrijd van de Europese Tour, in Dubai, Spanje, Portugal... Er zijn zoveel mooie en bijzondere plekken. Als je golft in Dubai, dan kun je misschien vinden dat daar geen baan hoort. Maar je kunt het ook fascinerend vinden dat de mens daar een baan heeft weten te realiseren. Dat je een golfbaan aan de woestijn onttrekt, is toch een beetje als het winnen van land op de Zuiderzee.

‘Als ik toch één baan moet noemen, dan is dat Golf de Morfontaine. Zo mooi één met de natuur, een clubhuis met een ongekende grandeur, plus het besef dat je niet zomaar op die baan komt en dat je dus echt bevoorrecht bent als je er mag spelen.’

Droomflight

‘Ik zou best Paige Spiranac willen zeggen, maar dan krijg ik denk ik ruzie met mijn vrouw. En hoewel ik groot fan ben van Tiger, noem ik hem ook niet. Ik denk dat ik Phil Mickelson uitnodig voor een rondje. Ik volg hem op Twitter en hij heeft een mooi gevoel voor humor en is volgens mij – behalve een goede golfer natuurlijk – ook een goede gast. Verder nodig ik niemand uit. Als je de kans krijgt met zo'n topper de baan in te gaan en er doet dan nog een topspeler mee, dan voel je je met je handicap 12 meteen zo opgelaten. Nee hoor, ik wil Phil een paar uur voor mezelf hebben.’

Moord op de golfbaan

‘Ik ben mijn hele leven actief in het schrijven, maar altijd binnen kaders. Een slogan moet hier en hier aan voldoen. Een reportage moet zoveel pagina's beslaan. Bij het schrijven van een boek heb je dat allemaal niet, dan is de enige beperking je eigen fantasie. Ik liep al jaren rond met een idee voor een thriller en prijs mezelf gelukkig dat ik voor Zwart kwartier een uitgever heb gevonden en dat het boek nu te koop is via online boekhandels en zwartkwartier.nl. Nee, in het verhaal komt geen golf voor, zelfs niet zijdelings. “Moord op de golfbaan” is ook een beetje cliché, toch?’

Golf een seniorensport?

‘Ja en nee. Een van de leukste dagen van de week op de Goyer is de dag dat er jeugdles is. Dat enthousiasme, de sfeer die dat met zich meebrengt: echt geweldig. Ik denk dat de NGF nóg meer moet inzetten op jeugdgolf, al was het maar omdat die senioren op een gegeven moment niet meer spelen. Dat gezegd hebbende is golf natuurlijk bij uitstek een sport die je tot op hoge leeftijd kunt uitoefenen. Dat was al zo en dat wordt alleen maar meer, omdat senioren veel langer fit blijven tegenwoordig. Het is trouwens niet zo gek dat het aandeel senioren in de sport zo groot is. Dat is eenvoudigweg een gevolg van een vergrijzende bevolking. Het is ook niet voor niets dat MAX Magazine met zijn focus op die doelgroep in minder dan tien jaar tijd is uitgegroeid tot het grootste Nederlandstalige weekblad. De jeugd heeft de toekomst, maar vergeet ook de senioren niet.’

Clubs & amateurs
  • Anneke Hymmen