Jan Kees Van der Velden

De Pers

Of je als topsporter nu wil of niet: omgang met de pers is onlosmakelijk verbonden met je werk. Maar moet je ook altijd meewerken of zijn er momenten dat je pas even mag passen? Jan Kees van der Velden schreef er zijn column voor Golfers Magazine 5 over.

Jan Kees Van der Velden

Begin juni stond de sportwereld op zijn kop omdat de Japanse tennisster Naomi Osaka tijdens Roland-Garros weigerde de media te woord te staan. Ze stak niet goed in haar vel en zag als een berg op tegen de vragen van journalisten. De viervoudige winnares van een Grand Slam-toernooi kreeg een waarschuwing en vervolgens een boete van vijftienduizend dollar. Daarop besloot ze er de brui aan te geven: de als tweede geplaatste Osaka ging naar huis. De enige die blij was, zal de Roemeense Ana Bogdan ‒ 102e op de WTA ranking ‒ zijn geweest. Zij kreeg een walk-over.

Aan de ene kant denk je: ‘Mevrouw, doe niet zo moeilijk. U bent de best verdienende sportvrouw in de wereld.’ De Franse sportkrant L’Équipe peilde de mening van andere speelsters en velen van hen vonden dat het spreken met de media bij het werk hoorde.

De andere kant van het verhaal is wat Osaka zelf op Instagram schreef, namelijk dat ze vaak het idee had dat mensen geen respect hadden voor de geestelijke gezondheid van sporters. Ze schreef later dat ze al sinds 2018 geregeld depressief is.

In coronatijd was het bijna niet mogelijk om naar grote toernooien te gaan, maar je kon ‒ en kunt ‒ je wel accrediteren voor het ‘virtuele perscentrum’. Daardoor heb ik tal van persconferenties via Zoom en Microsoft Teams gezien. Ik moet eerlijk zeggen dat mijn gedachten al na een paar minuten afdwaalden. Gelukkig waren er razendsnel transcripties voorhanden.

Misschien raakte ik wel afgeleid doordat nagenoeg alle persconferenties nauwelijks diepgang hebben. Er worden obligate vragen gesteld en die leveren natuurlijk obligate antwoorden op. Dit jaar was Rory McIlroy een uitzondering toen hij zei dat zijn matige spel deels te wijten was aan zijn poging om in navolging van Bryson DeChambeau harder te gaan slaan. Ook Brooks Koepka is vaak openhartig. Die aarzelt niet om bepaalde collega’s te fileren; zijn tong is scherper dan de scherpste pen. Maar een persconferentie met Dustin Johnson is werkelijk een beter middel om in slaap te vallen dan de sterkste slaappillen.

Worden er in tennis dan zoveel lastige vragen gesteld? Ik vroeg het aan Kristie Boogert, ooit de nummer 29 van de wereld en in 2000 samen met Miriam Oremans winnares van zilver tijdens de Spelen in Sydney. Tegenwoordig is ze commentator bij onder andere Ziggo Sport. Volgens haar valt het best mee met die vragen.

Over het algemeen voegen de woorden van sporters weinig toe aan wat ze in de baan hebben laten zien. Maar we leven in een mediawereld die 24-7 nieuws wil of moet brengen. Scoren, hits, pageviews.

Toch lijkt golf in de harde mediawereld een uitzondering te zijn. Het gros van de golfjournalisten ‒ ook in ons land ‒ heeft een goede band met de spelers en speelsters. Wat hen natuurlijk niet van de plicht ontslaat om de geleverde prestaties kritisch te wikken en te wegen. Om vervolgens zo helder mogelijk over het spel te schrijven, zonder zich te laten afleiden door bijzaken.

Columns
  • Istock