Uit Golfers Magazine: Veranderende omstandigheden

Dat het klimaat aan het veranderen is, is de laatste maanden - met temperatuurrecords in het buitenland en overstromingen in Nederland - niet meer te ontkennen. Ook op de golfbaan kan je er niet omheen. 'We moeten nu actie ondernemen.'

droog

'Klimaatverandering is als het op gang komen van een enorme olietanker. Je ziet het nauwelijks en je denkt dat je je er geen zorgen over hoeft te maken. Tot hij met honderd kilometer per uur je woonkamer komt binnenvaren en nog nauwelijks te stoppen is', zegt Jurrian van der Vaart. 'Net als met die tanker, die eenmaal in beweging toch wel erg groot en indrukwekkend is, wéten we dat er iets staat te gebeuren, maar wat precies? Het wordt natter ja, maar hoevéél natter? Het wordt droger ja, maar hoevéél droger? Het wordt warmer ja, maar hoevéél warmer? De afgelopen zomers hebben we heel hete periodes gehad, maar in februari konden we eindelijk weer eens schaatsen en lag er sneeuw. Dan hoor je mensen alweer zeggen: welke klimaatproblemen dan? Dat maakt het mede zo lastig om er goed op in te spelen. Welke maatregelen zijn er nodig en op welke termijn? En, minstens zo belangrijk, hoe krijg je iedereen mee?’

Van der Vaart weet waar hij het over heeft en heeft ook zeker recht van spreken als het gaat om een uitgesproken mening over de invloed van de klimaatverandering op golfbanen. Niet alleen brengt hij er al bijna zijn hele leven door, het zijn vooral ook de vele petten die hij daarbij op heeft, of had, die zijn blikveld hebben verruimd. De oud-speler, parttime greenkeeper, golfbaanarchitect en opgeleid milieutechnicus, had en heeft in de dagelijkse praktijk eersterangs zicht op de invloed van het veranderende klimaat op golfbanen.

'Je ziet het in allerlei dingen. Grassoorten die het eerst alleen in het zuiden van Europa goed deden, zijn inmiddels opgerukt tot halverwege Frankrijk. Door het mildere klimaat kun je tegenwoordig eigenlijk het hele jaar spelen op zomergreens, waar vroeger de winter standaard het tijdperk van de wintergreen was. En om een voorbeeld uit de praktijk van greenkeepers te nemen: vroeger was de winter de tijd voor achterstallig onderhoud, het opnieuw lakken van bankjes en dat soort dingen, maar vandaag de dag moet er ook in de winter gemaaid worden. Om het nog maar niet te hebben over de kunst van het inplannen van die werkzaamheden. Daluren lijken er niet meer te zijn en maaien op een volle fairway duurt nu eenmaal veel langer dan maaien op een lege. Dat is niet alleen een plannings- en bemensingsprobleem, het is net zo goed een financiële uitdaging. De huishouding van veel banen is erop ingericht dat er in de zomer bij wijze van spreken vijf man aan de baan werken en in de winter twee, maar dat gaat nu niet meer. Dat is óók iets wat je als golfbaanexploitant moet meenemen naar die veranderende toekomst. Hoe ga je inkomsten, die gebaseerd zijn op een ouder model, in lijn krijgen met een veranderend en stijgend uitgavenmodel?’

Regenpieken

Los van het kostenvraagstuk – dat evenwel zwaar weegt – is het in de eerste plaats zaak om het onderhoud en de aanleg van banen zo in te richten dat de weersextremen beter kunnen worden opgevangen. Neem de manier waarop water op banen wordt beheerd. Waar aan de ene kant langere warme periodes zonder regen worden voorspeld, neemt het aantal kortdurende extreme regenperiodes juist toe. Een eenvoudige blik op de meeste golfbanen na of tijdens zo'n periode leert dat er nog wel wat werk moeten worden verzet om dit in goede banen te leiden.

'Vooropgesteld dat er een groot verschil is tussen reeds bestaande banen en nieuwe projecten, zul je op elke baan actie moeten ondernemen. Neem die extreme regenpieken. Als je de hele week gestage regen hebt – een slight drizzle, zoals ze in Engeland zo mooi zeggen – dan krijgen de grasplantjes de kans om het water maximaal op te nemen, terwijl het overtollige water rustig wegzakt. Als diezelfde hoeveelheid regen in een uur naar beneden komt, kan het gras dat niet verwerken en zal het water weglopen of juist blijven staan. Het is de kunst om dat water goed af te voeren en op te vangen, om het later – als het langere tijd droog is – alsnog in te kunnen zetten om in elk geval je greens te kunnen bewateren.

'Bij oudere bestaande banen is dat lastiger dan bij nieuwe projecten, zoals Bernardus. Daar is een groot gebied, zeg tussen de holes twee en zes, zo aangelegd dat overtollig water kan worden opgevangen in zogenaamde 'wadi's', delen van de baan die kunnen worden ingezet als buffergebied voor het geval er veel water valt in korte tijd. Noem het een luxe variant van de uiterwaarden die je bij de grote rivieren ziet. Als je een oude kleibaan in de polder neemt, dan snap je dat dit niet zomaar te realiseren is. Maar ook dan zul je moeten kijken hoe je slim met waterpieken om kunt gaan, om na zo'n bui niet door de modder te hoeven worstelen en overal sporen te trekken. Terwijl je, aan de andere kant, in tijden van waterschaarste niet met dode fairways geconfronteerd wordt. Want,' benadrukt Van der Vaart, 'met gele fairways is niets mis, dat weet iedereen inmiddels wel. Maar ook gele fairways hebben op enig moment weer voeding nodig om niet te veranderen in bruine en uiteindelijk dode fairways.'

Een ander punt dat volgens Van der Vaart aandacht behoeft, is het eerdergenoemde gras, en dan vooral soorten die bij een veranderend klimaat beter gedijen. Dat is niet iets van vandaag op morgen, maar vraagt om een toekomstvisie, regeren is immers vooruitzien. 'We zullen hier nooit – althans, laten we dat hopen – échte warmtegrassen nodig hebben. Maar dát er andere grassoorten in zwang zullen raken, is duidelijk. Hoe je hier het beste mee kunt omgaan – en met 'het beste' mag je hier ook 'het meest efficiënt' lezen ‒ is vers twee. In Amerika heb je allerlei banen waar ze in het ene seizoen een bermuda-achtig gras hebben en dat in de andere helft van het jaar overzaaien met een Engelse rye-variant. Dat kan. Maar het is niet goedkoop en misschien ook niet het meest efficiënt. Grasproducenten als Barenbrug doen jarenlang onderzoek naar innovaties om met soorten te komen die bijvoorbeeld heel weinig water nodig hebben of die juist goed kunnen omgaan met grote hoeveelheden water. Die productinnovatie is een langjarig proces, waardoor de grassen die je over twintig of dertig jaar nodig hebt nu op de tekentafel moeten liggen.'

Toekomstproof

Net als de verandering van het klimaat is ook de aanpassing van golfbanen vergelijkbaar met een olietanker. Het gaat langzaam, waardoor de noodzaak niet direct voor iedereen zichtbaar is, maar het is niet mogelijk om af te wachten en maar te zien hoe het over twintig, dertig, veertig jaar is. Het is als met het renoveren van je dak. Dat moet je doen op een zonnige dag als er niets aan de hand lijkt en de urgentie dus niet hoog is. Maar wat doen we meestal? We wachten, we zetten emmertjes in de woonkamer als noodmaatregel en bellen uiteindelijk midden in de storm de loodgieter. Van der Vaart: 'Dat is bij dit soort dingen altijd een beetje het probleem. We moeten nu actie ondernemen om niet in de toekomst voor onoplosbare problemen te worden gesteld, terwijl veel mensen die problemen nu gewoon niet zien of nauwelijks ervaren. De golfbaan is geel? Ach, dat went. Hé, de bunker lag er eerder toch veel mooier bij? Klopt, maar door die hoosbuien loopt hij steeds leeg. Wil je erger voorkomen, dan zul je nú moeten beginnen met het renoveren van de beregeningssystemen. Zul je – ook en misschien wel juist – bij oudere banen moeten kijken hoe je de waterhuishouding toekomstproof kunt maken. En zullen we als golfers moeten accepteren dat er veranderingen zullen optreden en dat daar kosten aan verbonden zijn. Ook omdat we met z’n allen meer spelen dan hiervoor, dat het hele jaar door doen en niet alles naar de toekomst kunnen doorschuiven. Dat laatste is niet alleen weinig sociaal ten opzichte van toekomstige generaties: de kans dat de rekening dan hoger uitvalt, is heel groot.'

Zelf doen

Veel kun je als individuele golfer niet doen om de gevolgen van de klimaatverandering, het vele spelen en de gevolgen daarvan voor de baan aan te pakken. Maar er zijn wel degelijk een aantal dingen die op korte termijn helpen. Gewoon, door je gedrag een klein beetje aan te passen.


Kar

Zeker in de wintermaanden, of als de baan heel nat is, kun je – als je daar fysiek toe in staat bent – in plaats van met een kar met een draagtasje, zes ballen en een krentenbol de baan in. Voor periodes van grote warmte geldt: zorg dat je het gras niet stuk rijdt.

Hou afstand

Je moet nooit te dicht bij (laat staan op!) de green komen met je kar. Rijd ook niet tussen de green en bunker door, ook niet als het niet is afgezet met paaltjes of touwen. Het drukst belopen deel van de baan kan alle beetjes rust gebruiken.

Looproutes

Ontwijk, als het even kan, ingesleten looproutes. Als iedereen hetzelfde olifantenpaadje neemt, loop je het terrein daar makkelijk langdurig stuk.

Accepteer

De toegenomen drukte, het voort durende seizoen, de extra inzet die dit aan de onderhoudskant vraagt, opgeteld bij de klimaatverandering, maken dat de baan er niet altijd bij kan liggen zoals je dat het liefst zou zien. Accepteer dat tijden veranderen en dat goed onderhoud tijd en geld kost, zaken die er niet altijd in gelijke mate zijn.

Dit artikel was eerder te lezen in Golfers Magazine 2. Nog geen abonnee? Sluit dan hier een abonnement af.

Hou je aan de route maar vermijd ingesleten paden. (Foto: Pro Shots)
World
  • Golfsupport