Mijn Drive - Martin Brummel

Waarom werd je ooit gegrepen door de golfsport? Wat zorgt ervoor dat je terug blijft komen? Wat zijn je mooiste herinneringen? In de rubriek 'Mijn Drive' vertellen bekende en minder bekende golfers over hun drive.

brummel

Martin Brummel (Emst, 55 jaar, handicap 19,3) was jarenlang greenkeeper op verschillende banen in het land en was manager van Golfclub Zwolle. Sinds 2015 is hij grounds manager bij AFC Ajax en onafhankelijk adviseur bij GrasMeesters. In 2016 werd hij tevens bestuurslid van de Nederlandse Greenkeepers Associatie.


Mijn eerste keer

‘Dat is wel even geleden, ik denk dat je het dan hebt over ruim 25 jaar. Ik werkte al een paar jaar op de golfbaan, maar speelde zelf niet. Op de Lochemse waar ik op een gegeven moment kwam te werken, ging het personeel een paar keer per jaar de baan in. Ik moest mee, ook al had ik geen GVB of wat dan ook. Het is goed dat er banen zijn die het spelen door medewerkers stimuleert. Als je als greenkeeper geen idee hebt van het spelletje, snap je ook minder goed waarom leden je vragen waarom er op sommige plekken wel of juist niet gemaaid is.’

Mooiweergolfer of door weer en wind

‘Honderd procent mooiweergolfer. Als greenkeeper heb ik al genoeg in de stromende regen op de baan gestaan. Daar heb je goede regenpakken voor. Maar als ik nu mag kiezen, ga ik toch liever golfen als het droog is. Mocht ik een golfafspraak hebben staan en het wordt slecht weer, dan is dat geen reden om af te zeggen. Dat is zowel het voor- als het nadeel van golf: er is weertechnisch niet snel een reden om je rondje niet door te laten gaan.’

Sport of ontspanning

‘Voor mij is golf ontspanning, dat zie je denk ik ook wel aan mijn handicap. In de periode dat ik wat meer speelde, daalde mijn handicap redelijk snel. Maar lager dan 19,3 ben ik nooit gekomen en oefenen doe ik ook niet echt. Ik vind het heerlijk, hoor. En ik geniet ook echt van het buiten zijn. Maar ik zou het niet erg vinden als mijn handicap omhoog zou gaan door het WHS. Als je een handicap hebt, wil je die ook spelen. Dat lukt me nu niet. 19,3 is een getal op mijn pasje, zeker niet mijn huidige spelniveau.’

Grootste golffrustratie

‘Niet-gerepareerde pitchmarks en plaggen die niet zijn teruggelegd. Een beetje zorg voor de baan is toch niet zo gek voor een oud-greenkeeper? Ik ga echt niet elke ronde iedereen aanspreken, maar ik vraag me regelmatig af waarom ik zoveel niet-gerepareerde inslagen zie. Iedereen leert toch dat je die van jezelf, en bij voorkeur nog één andere, moet repareren? Het is zó'n kleine moeite om een pitchmark te herstellen, en het komt het herstel van de green en de speelkwaliteit echt ten goede. Je doet jezelf als golfer maar ook diegene die na jou komen enorm te kort door het niet te doen. Hetzelfde geldt voor het terugleggen van plaggen. Leg deze terug, even aanstampen en klaar. Het scheelt enorm in onderhoud van de baan. Al ben ik tegelijkertijd altijd benieuwd naar de onderkant van een plag. Als greenkeeper kun je daar veel informatie uit halen over de staat van het speeloppervlak. Wat is de kwaliteit van de beworteling? Hoe staat het met de viltopbouw? Welke grassoorten zie je terug? De meeste golfers zien alleen een plag, ik zie feedback van de grasmat. We kunnen tegenwoordig – op de golfbaan en op het voetbalveld – heel veel exact nameten, maar waarnemen met de eigen zintuigen blijft onmisbaar.’

Negen of achttien holes

‘Eerlijk gezegd vind ik negen holes meestal wel genoeg, want achttien holes duurt best lang. Met negen holes heb je aanzienlijk meer tijd over om na afloop bij te kletsen of nog wat anders te doen met je dag. Wat mij betreft zou een baan ook best rondjes van zes holes mogen aanbieden. Net als op een par-3 baan zoals de Biltse Duinen kun je dan binnen het uur een rondje spelen en heb je toch lekker gegolfd.’

Nieuwe spullen of allegaartje

‘Ik heb héél lang met mijn eerste setje gespeeld. Van Ben Sayers waren die clubs, en ik denk dat ze wel een jaar of twintig in mijn tas hebben gezeten. Als je niet heel vaak speelt en niet echt ambities hebt, kun je best lang met een set doen. Toen ik afscheid nam bij Golfclub Zwolle kreeg ik – misschien wel omdat ze vonden dat mijn oude stokken écht niet meer konden – een mooie set ijzers van Titleist als afscheidscadeau. Die set van Sayers is trouwens nog steeds in gebruik: mijn jongste zoon speelt er tegenwoordig mee.’

Mooiste baan

‘Dat vind ik moeilijk, ook omdat ik op een heel andere manier naar golfbanen kijk. Het gaat in eerste instantie om de speelbaarheid. Maar door de beelden die we in de bladen en op tv zien – of als we op een baan in het buitenland zijn geweest – hebben we een vertekend beeld van hoe een baan eruit hoort te zien. Net als bij voetbal is het strakst gemaaide en groenste veld optisch misschien het mooist, maar het is lang niet altijd zo dat het dan ook het beste is. Een goede en gezonde golfbaan of voetbalveld is veel meer dan het plaatje alleen. Maar als ik dan toch wat banen moet noemen: in Nederland vind ik de Kennemer en de Koninklijke Haagsche heel bijzonder. In het buitenland staat een bezoek aan een baan in New Orleans in Amerika me nog goed voor de geest. Alles was zoals ik zojuist beschreef: superstrak en over the top, de overtreffende trap van alles. Je kon eigenlijk niet geloven dat het echt was.’

Droomflight

‘Dat is niet zo moeilijk. Als eerste bel ik mijn zoon Chiel. Die speelt nog niet zo lang, maar ik vind het bijzonder leuk dat we dit nu samen kunnen doen. De tweede die ik bel, is mijn broer Ard. De meeste rondjes in mijn vrije tijd speel ik met hem. Het is een leuke manier om elkaar nog met enige regelmaat te zien, al lukte het in 2020 wat minder vaak dan we van plan waren. Dat moeten we dit jaar maar weer een beetje proberen op te pakken. Als laatste man of vrouw in de flight zou ik iemand van de baan waar we te gast zijn mee willen hebben. Iemand van het bestuur of de greenkeeper. Ik ben altijd benieuwd waarom er op een baan bepaalde keuzes worden gemaakt, waar ze tegenaan lopen. En wat is nu mooier dan daarover van gedachten wisselen tijdens een rondje?’

Niveau Nederlandse golfbanen

‘Die is heel behoorlijk. Ik weet ook wel dat het in het buitenland vaak strakker oogt. Maar als je bedenkt dat wij in Nederland echt tot de koplopers behoren waar het duurzaam beheer betreft, dan doen we het hier echt heel behoorlijk. Door cultuurtechnische verbeteringen en het meer toepassen van plantversterkende middelen in combinatie met meer uitgebalanceerde bodembiodiversiteit, krijg je structurelere resultaten dan als je er regelmatig chemische middelen tegenaan gooit. Binnen de NGA zijn we er dan ook van doordrongen dat we dat verhaal – de noodzaak van duurzaam beheer en de prijs daarvan – goed moeten delen met de eindgebruiker. Het is de weg die we als Golfalliantie (NGF, NVG, NGA en TuRF, red.) zijn ingeslagen en die we onherroepelijk blijven volgen, maar je moet de golfers daar wel zoveel mogelijk in meenemen.’

Voetbalgras of golfgras

‘Het grote verschil zit ’m in de manier van gebruiken, het gebruiksdoel. Op een voetbalveld is het gras weliswaar iets langer, maar krijgt het veel meer te verduren qua puntbelastingen dan op een golfbaan. Een voetballer is ook niet bezig met het terugleggen van een plag, terwijl je met een sliding flink meer schade aanricht dan met het slaan van een divot of door de impact van een golfbal. Tegelijkertijd zie je dat de intensiteit van het gebruik een grote rol speelt bij het onderhoud. Een voetbalveld als in de ArenA wordt door één team gebruikt, en dan is het al een hele uitdaging om het veld altijd honderd procent te hebben. Een veld bij een amateurclub wordt door tientallen teams gebruikt. Het is dan ook niet gek dat leveranciers van kunstgras met een verwijzing naar de kosten en gebruikscijfers lange tijd steeds meer voet aan de grond kregen. Gelukkig zie je nu dat cultuurgras en hybridevormen weer flink in opmars zijn. Dat is een ontwikkeling die we vanuit Ajax sterk ondersteunen. Vanuit GrasMeesters ben ik betrokken bij een aantal transitieprojecten bij clubs in Nederland.’

Met kunstvezel versterkte golfbanen

‘Het is zeker mogelijk om hybride vezels te gebruiken voor bijvoorbeeld teeboxen, wintertees, looppaden rondom en naar greens en tees, of afslagplaatsen op de driving range. Al brengt dat weer andere onderhoudseisen met zich mee. Onderaan de streep zullen we als golfer vooral moeten accepteren dat we, als we het hele jaar door willen spelen, soms genoegen moeten nemen met een wat mindere baan. Gras is een mooi plantje en het verschilt niet wezenlijk of je het optimaal laat groeien voor voetbal of golf, al is het onderhoudsbudget in grote mate bepalend voor de kwaliteit. Bij hoog-intensief gebruik kun je niet verwachten dat de baan het hele jaar op zijn allerbeste niveau is. Als we dat allemaal accepteren, zijn we al een heel eind.’

.

Ook zo gegrepen door golf? Laat ons op Facebook wat jij zo leuk/mooi/spannend (of misschien zelfs wel heel vervelend) aan golf vindt.

'Ik ben altijd benieuwd wat er aan de onderkant van de plag zit'
Clubs & amateurs
  • Anneke Hymmen