Teruglezen 2020: Kansen voor golf

Aan het eind van een roerig jaar kijken twee hoofdrolspelers terug op de gevolgen van de coronacrisis voor de golfsport. Jeroen Stevens (NGF) en Lodewijk Klootwijk (NVG) beleefden een jaar van uitersten. 'Golf is weer hot en hip.'

covid

Net zoals voor ieder ander is er voor Jeroen Stevens, directeur van de Nederlandse Golf Federatie (NGF), en Lodewijk Klootwijk, directeur van de Nederlandse Vereniging van Golfaccommodaties (NVG), een tijd voor en een tijd na corona. Aan het begin van het jaar was corona een ver-van-ons-bed-show en lag 2020 te lonken met tal van activiteiten en goede vooruitzichten. Er was optimisme over de groeimogelijkheden, en met toernooien van de Challenge Tour en de Ladies European Tour op de kalender beloofde het een mooi golfjaar te worden. Maar hoewel het virus vanuit China en Italië steeds dichterbij kwam, werden ook de NGF en de NVG – net als de rest van Nederland – bijkans overvallen door de verstrekkende gevolgen voor de samenleving in haar geheel en de golfsport in het bijzonder toen Nederland op 15 maart te horen kreeg nagenoeg geheel op slot te gaan.

Neem ons eens mee terug naar half maart en het moment dat de ministers Slob en Bruins bekendmaakten dat tal van instellingen, de horeca en sportaccommodaties de deuren moesten sluiten. Wat herinneren jullie je nog van die dag en dagen?

Jeroen Stevens (JS): 'Nou, in elk geval dat mijn telefoon vanaf het moment van die persconferentie acht weken lang aan mijn oor geplakt zat. Ik heb bij wijze van spreken de hele wereld aan de lijn gehad. Dat begint met banen en clubs, maar na een paar dagen begonnen ook legio individuele golfers me te bellen. Met vragen, maar ook met verwijten. Mensen die woedend waren dat de banen dichtgingen. Na een tijdje hebben we mijn mailadres van de site gehaald, omdat er echt zoveel mails binnenkwamen, zoveel intimiderende en boze mails ook, dat het niet meer te doen was om daar allemaal op in te gaan. We hadden niet alleen direct besloten dat we (NVG en NGF, red.) hierin samen moesten optrekken, we vonden ook dat we zoveel mogelijk openheid moesten betrachten. Het waren onzekere tijden met veel vragen, en dan kun je maar het beste zoveel mogelijk laten zien wat er allemaal speelt en wat je waarom doet of zegt.'

Lodewijk Klootwijk (LK): 'Mij staat van dat eerste weekend nog sterk het algemene gevoel van ontreddering bij dat er in de golfbranche heerste. De marges zijn flinterdun, de exploitatiekosten hoog, en dan moet je zomaar ineens dicht, aan het begin van het seizoen. Want dat was onze inschatting, dat ook golf dicht moest, hoewel er volgens anderen ruimte voor interpretatie was. Het merendeel van de banen volgde het advies om te sluiten op, maar het gevolg was evengoed dat de ene baan wel zijn deuren sloot, terwijl een andere de volgende dag gewoon open was. Ook binnen de NVG leverde dat pittige discussies op, ook in de verwijtende sfeer. Dat we dit niet moesten laten gebeuren. Dat we, net als de boeren op hun tractoren, op buggy's en machines naar het Malieveld moesten gaan. De emoties liepen soms best hoog op. Niet zo gek ook, want niemand wist waar dit heen ging, wat dit zou betekenen. Veel banen redden het elk jaar net aan met nieuwe instroom die de uitstroom opvangt. Maar als je die eerste categorie verliest, gaan we er jaren over doen om dat verlies terug te krijgen. Dat was zeker een gevoel dat breed leefde.'

JS: 'Eerlijk? Ik had er in het begin best een hard hoofd in, hoe we hier als sport doorheen zouden komen en hoeveel banen deze klap zou kosten. Wat moet je zeggen tegen een baaneigenaar die bang is dat zijn levenswerk zo in elkaar stort? Dat is heftig, hoor.'

Hoewel een paar banen dus nog even openbleven, er een petitie rondging om alle banen open te krijgen, duurde het niet lang of er kon nergens meer gespeeld worden. En dan?

JS: 'We hebben een stoomcursus 'hoe werkt bestuurlijk Nederland' gehad, en besloten dus direct om volledig open kaart te spelen naar de golfmarkt toe. Wat wij wisten, deelden we meteen. Er was veel onzekerheid en hoewel wij ook niet wisten welke kant het op ging bewegen, wisten we wel zeker dat we banen en besturen zo goed als dat kon wilden informeren en ondersteunen. Ik denk dat we, alles bij elkaar, inmiddels op 130, 140 nieuwsbrieven en andere uitingen zitten. Men is zo gewend geraakt aan die transparantie dat ik nu drie, vier uur voor een persconferentie al een belletje krijg met de vraag of ik kan vertellen wat er staat te gebeuren.'

LK: 'Dat was de ene kant, informeren. Aan de andere kant wilden we zo snel mogelijk weer open natuurlijk. Omdat we altijd hebben gevonden dat golf veilig gespeeld kan worden binnen de gegeven beperkingen. Maar ook omdat we in het buitenland zagen hoe het daar ging. In Zweden en Finland zijn ze bijvoorbeeld nooit dicht geweest.

‘We hebben veel energie gestoken in allerlei overleggen. Jeroen meer aan de sportkant, ik aan de ondernemerskant. En toen op een gegeven moment de oproep kwam om per branche protocollen te ontwikkelen, waarmee je onder voorwaarden weer open zou kunnen, hebben we daar heel veel energie in gestoken.'

JS: 'Alleen... de suggestie die de minister met dat 'ontwerp maar een protocol' wekte, althans dat gevoel hadden de meeste branches, was dat je na het ontwerpen daarvan ook meteen een stuk dichter bij heropening was. Maar dat was helaas niet het geval, en dat was op een gegeven moment heel moeilijk te verkopen. Iedereen zag immers de beelden van enorme drukte bij de bouwmarkten, of wandelfiles óm de golfbaan heen. Natuurlijk, de beelden uit Italië waren verschrikkelijk en er was ook alle begrip voor de genomen maatregelen – iedereen voelde de urgentie. Maar als je puur keek naar het belang van de bedrijfstak, dan denk je op een gegeven moment met z’n allen: we hebben alles geregeld, waarom mogen we nog niet?'

Uiteindelijk duurde de sluiting tot 11 mei. Golfbevrijdingsdag werd het ook wel genoemd door sommigen...

JS: 'Nee, het was eerder, hè? Grappig dat bijna iedereen dat alweer vergeten is, maar op 28 april mocht de jeugd al de baan in. Dat kwam best onverwacht trouwens, dat kinderen weer mochten gaan sporten. Een beetje lastig uit te leggen, maar prettig voor die leeftijdscategorie. Op sommige banen is daar heel goed op ingesprongen en je ziet het nog steeds terug in de cijfers. Na een jarenlange daling registreren we dit jaar eindelijk weer meer jeugdgolfers. Het zijn geen enorme aantallen, maar toch.'

LK: 'Vanaf 11 mei mochten de banen inderdaad weer voor iedereen open en vanaf dat moment was het overal druk. En met druk bedoel ik echt druk. Vol op de meeste banen zelfs. Vanaf het moment dat het licht werd tot het moment dat de zon weer onderging. Ongekend. Zelfs in november was er op heel veel banen – natuurlijk ook omdat er weinig daglicht was en je ineens met tweeballen moest spelen – nog nauwelijks een starttijd te krijgen.'

Hadden jullie dat verwacht?

LK: 'Verwacht is een groot woord, maar we hadden al wel gezien dat het in landen als Zweden en Finland echt een gekkenhuis was op de golfbaan. Dat was ook wel logisch: de sportschool was dicht en veel andere dingen waren ingewikkeld. Dus nee, niet verwacht maar het lag wel in de lijn der verwachtingen.'

JS: 'Wat denk ik ook een grote rol heeft gespeeld in die toename, is het thuiswerken. Mensen gingen hun tijd anders indelen. Waar veel golfers eerst alleen in het weekend of in de zomer na het werk tijd hadden om een paar holes te golfen, kon je nu ook tussendoor een paar holes spelen. Je an zeggen dat niet corona de redding is van golf, maar het thuiswerken. Als flexibel werken het nieuwe normaal wordt, en dat zou heel goed kunnen, dan is dat voor golf fantastisch nieuws. Dan is het ook voor iemand van in de veertig ineens reëel om golf een sport voor twaalf maanden te noemen. Moet je kijken wat dat scheelt in je speelmogelijkheden. '

Jullie hebben vast al een eerste analyse gemaakt van de drukte op de banen. Wie zorgen nu voor die volle teesheets? Het beeld is een beetje dat golf een enorme groei heeft doorgemaakt de afgelopen maanden.

JS: 'Ja, dat beeld bestaat inderdaad, en het is goed dat golf zo positief in het nieuws is. Maar als je kijkt naar de in- en uitstroom, dan zie je een paar dingen. De aanwas van nieuwe golfers is iets hoger dan in andere jaren, laat het eenderde zijn. Maar het is vooral de afnemende uitstroom die voor de absolute groei zorgt. Er stoppen dit jaar veel minder golfers. De groei in het aantal rondes komt dus vooral van bestaande golfers die over de hele lijn meer zijn gaan spelen. Bij een club als de Hilversumsche hadden in de eerste weken na de heropening alle leden, maar dan ook echt álle, minstens één ronde gespeeld. Dat is denk ik nog nooit gebeurd. En nog steeds, hè! Het lukt mij zelf nauwelijks om een starttijd op mijn homecourse te krijgen in het weekend. Ik kom er gewoon niet tussen.'

LK: 'Hoewel dat aan de ene kant natuurlijk mooi is, volle banen, is het tegelijkertijd een gevaar. De oudere leden – om ze maar even zo te noemen – weten hun weg wel te vinden, die komen wel aan hun starttijd. Maar de nieuwere speler zit er gemiddeld vaker naast en dat is niet goed. We krijgen dat ook terug uit de antwoorden van Players First. De nieuwe spelers zijn minder tevreden. Ze missen aandacht. Mensen willen gezien en gewaardeerd worden. Dat gebeurt nu kennelijk niet voldoende. Of, en dat kan ook, niet op de juiste manier. De golfers die nu meer spelen dan voorheen zijn over het algemeen jonger, tussen de twintig en de veertig, en hebben misschien ook andere wensen. Dat zullen we goed moeten bekijken, want nu is wel echt de kans voor golf om door te pakken. Nieuwe golfers brengen nieuwe golfers. Daar moet je van profiteren. Alleen, dan moet je ze wel bieden wat ze willen.'

JS: 'Het product golf is natuurlijk ook niet compleet nu. Dat zal ook een rol spelen bij die ontevredenheid. De sluiting van de horeca is niet alleen financieel een drama: na afloop een drankje drinken of gezellig blijven eten, kan een golfdag echt afmaken. Maar een groot deel van het seizoen kon dat dus niet. Zowel voor de spelers als voor de uitbaters van de horecagelegenheden is het te hopen dat je snel weer gewoon kunt aanschuiven na de ronde. Ik merk zelf ook dat mijn beleving dit jaar minder is geworden. Direct na afloop van je ronde in de auto stappen, haalt toch een deel van de golfervaring af.'

Is ook te zien hoe 'het product' golf de voorbije maanden wordt gebruikt?

LK: 'Ja. Negen holes is echt een negen-holes-sport geworden. Deels noodgedwongen omdat banen zoveel mogelijk mensen willen accommoderen, deels omdat het de trend al was. Maar het wordt wel versterkt door deze crisis. De stijging in greenfees is beperkt, zo er niet zelfs een min in de boeken komt – er is immers op veel banen een flink deel van de tijd alleen maar ruimte voor leden geweest. Ook strippenkaartachtige producten hebben het minder goed gedaan. Daarentegen zijn er wel veel zomerabonnementen genomen.

JS: 'Dat heb ik inderdaad ook gezien en gehoord. Sterker, ik ken zelfs verhalen van mensen die 'maar lid zijn geworden', omdat ze anders niet konden spelen. Nu is dat natuurlijk geen ideale entree, maar voor een baan is het ook niet per se slecht. Het gaat erom wat je daarna met die speler doet. Wat mij heel erg interesseert, is wat er straks gebeurt, na 1 januari. Nemen veel van de spelers met een zomerabonnement dan een jaarkaart? Raken de clubs ze weer kwijt en gaan ze greenfees kopen? Spelen ze weer minder? Of wachten ze tot mei en kopen ze dan weer een lidmaatschap voor de zomermaanden? Want de kans dat steeds meer banen dergelijke abonnementen blijven aanbieden, is groot natuurlijk. Al zit daar tegelijkertijd een gevaar in: als iedereen een tijdelijk abonnement afsluit, verlies je als baan de inkomsten van het onbeperkte speelrecht.'

LK: 'Je moet het zo zien: we kunnen het huidige prijsniveau van, zeg twaalfhonderd euro per jaar voor onbeperkt spelen, mede handhaven omdat niet iedereen uit die groep daadwerkelijk onbeperkt speelt. Daardoor blijft er ruimte op de baan. Als iedereen nu veel meer blijft spelen, wat natuurlijk hartstikke goed en fijn is, dan hebben we wel een uitdaging. Voor het prijspeil, maar ook om ruimte te bieden aan nieuwe golfers. Een goede mix blijft noodzakelijk om het iedereen naar de zin te kunnen maken. Het systeem is niet gebouwd op tachtig rondjes door ieder lid.'

Hoe kijken jullie, na de twee extreme gezichten van 2020, naar 2021?

JS: 'Ik vind het moeilijk om daar nu al wat over te zeggen. Ook omdat je niet naar volgend jaar kunt kijken zonder terug te kijken op dít jaar, deze periode, en daar zitten we nog middenin. De golfsport zit ontegenzeggelijk in de lift de laatste maanden, die conclusie kunnen we wel trekken. Maar er zijn ook veel banen die het ongelooflijk zwaar hebben. De baanbezetting is misschien wel beter dan ooit, maar financieel liggen er stevige uitdagingen. Ik voel sterk de behoefte om daar straks met allerlei partijen op terug te komen en op zoek te gaan naar antwoorden. Wat is de relatie tussen meer thuiswerken en meer spelen? Waarom heerst er ontevredenheid onder groepen golfers en hoe gaan we die wegnemen? Ik denk dat als we dat doen, er goede vooruitzichten zijn voor de sport.’

LK: 'Toen in maart de maatregelen werden aangekondigd en alles als een vloedgolf op ons af kwam, hadden we niet kunnen bedenken dat we er als sport nu zo voor zouden staan. Zonder de problemen voor ondernemers te willen bagatelliseren, is het voor de golfsport als geheel 'meegevallen'. De groei van het aantal rondjes, de herintreders, de nieuwe spelers, de media-aandacht, het maatschappelijke besef dat sport – en zeker ook golf – van enorme waarde is in crises als deze… Er liggen, zoals ik al zei, kansen als nooit tevoren. Niet alleen in Nederland, maar overal op de wereld zie je dat terug. De magneetwerking die golf een jaar of 25 geleden had, lijkt er weer een beetje te zijn. Golf is weer hot en hip, en daar wil je bij zijn. Het is aan alle betrokkenen in de sport om de kansen die dat biedt ook echt te pakken.'