Teruglezen 2020: Hard werken voor grote ambities

Bijna anderhalfduizend pagina's Golfers Magazine verschenen er ook in het bevreemdende jaar 2020. De komende weken vind je hier dagelijks een van die artikelen. Vandaag uit editie 5: de zusjes Van Beek hebben er alles voor over de top te bereiken.

van beek

Om de zussen Van Beek ambitieus te noemen, is misschien nog een understatement. Als op de vraag 'of ze misschien ook op de cover komen, nu ze zich in Golfers Magazine voor mogen stellen', we antwoorden dat ze dan eerst nog iets meer in de richting van Anne van Dam moeten komen, wordt dat bijna als een uitdaging opgevat. 'Daar gaan we dan hard voor trainen!' En wie de meiden op de socialmediakanalen een beetje volgt (Instagram @noavanbeek en @fleurvanbeek) weet dat dit geen loze woorden zijn. Het lijkt bijna of er geen moment voorbijgaat dat ze níet met golf en fitness bezig zijn.

Noa reageert lachend (zoals bijna elk antwoord door een tienergiechel vooraf wordt gegaan) en bevestigend. 'We trainen heel veel op fitness en kracht. Afstand wordt ook in het damesgolf steeds belangrijker, dat zie je wel aan Anne. We werken al jaren met Liesbeth Pauwels en vinden het ook echt leuk om te doen, omdat je voelt dat je vooruitgang boekt. En dat we het allemaal delen op social media is gewoon iets van deze tijd. Het is ook leuk om reacties te krijgen op onze posts. Dat mensen zeggen dat ze door jou bepaalde oefeningen zijn gaan doen en daardoor fitter de baan in gaan. Best grappig dat je op onze leeftijd soms al een beetje een rolmodel bent, al is dat niet waar we het voor doen, hoor!'

Fleur: 'Twitter, Facebook, Instagram, TicToc en natuurlijk Snapchat met vriendinnen. Het is leuk om te doen en daarnaast kunnen we zo laten zien dat golf echt een sport is en niet alleen iets voor oude mensen of een kaksport. We merken het ook op school wel dat klasgenoten golf niet echt een sport vinden. We zitten op een speciale school voor kinderen die allemaal aan topsport doen, maar ook daar zeggen ze dat soms.'

Noa: 'Ik heb weleens een vriendin van school meegenomen naar de baan om te laten zien wat we allemaal doen. Ze is goed in hockey dus kon de bal best goed raken, maar ze zei wel dat ze niet had verwacht dat het eigenlijk best zwaar was.'

Fleur: 'We hebben ook alle docenten een keer golfles gegeven. Die kwamen de volgende dag allemaal op school vertellen dat ze hier pijn hadden, daar pijn hadden... dat was wel grappig', lacht de jongste van de twee bij de herinnering aan de piepende docenten.

Jeugdclinics

Hoe jong de uit Zutphen afkomstige zussen ook zijn, ze weten allebei al lang dat ze meer met golf willen.

Noa: 'Ik ben op mijn zevende begonnen met golf. We gingen met onze ouders mee naar de baan . We kregen in groepjes jeugdles en vonden het hartstikke leuk. Het ging ook allemaal een beetje vanzelf. Eerst lessen, je maakt vriendinnen, gaat meedoen aan wedstrijden en je merkt dat je steeds beter wordt. Toen ik negen was had ik al zoiets van: “dit is wat ik wil doen, hier wil ik meer mee bereiken”. Ik speelde nog maar twee jaar golf en was nog heel jong, maar het was echt zo. Ik keek veel filmpjes van de LPGA op Youtube, van spelers als Lexi Thompson, zag ze veel met fitness bezig zijn en dacht dat ik dat dan ook moest gaan doen om echt goed te worden.'

Fleur: 'Ik ben ook gestart toen ik zeven was, al ging ik daarvoor al wel mee naar de baan. Ik heb pas (!) op mijn elfde echt gekozen voor golf, toen ik stopte met hockey. Toen ben ik ook begonnen om met Noa mee te gaan naar de fysieke trainingen en sindsdien trainen we ook eigenlijk altijd wel samen. Alleen in de weekenden, als we met de selecties op pad zijn, eigenlijk niet.'

Noa: 'Ik zit nu voor het tweede jaar in Jong Oranje en Fleur in Onder 16.'

De vraag waarom twee jonge meisjes zó gegrepen zijn door golf die – zeker in Nederland – niet bekend staat als een sport voor de jeugd, beantwoorden ze vol vuur en overtuiging.

Fleur: 'Er zijn superveel redenen waarom golf leuk is. Je kunt gaan trainen wanneer je wilt. En je kunt spelen wanneer je wilt. Je bent van niemand afhankelijk. Als je goed speelt, speel jíj goed, en als het slecht gaat ligt het ook niet aan een teamgenootje. En elke baan is anders, dat maakt het ook zo leuk. Al zou het nóg leuker zijn als er nog meer jeugdgolfers komen. Het beeld is toch nog steeds dat golf vooral iets is voor oude mensen in rare kleren, maar dat is natuurlijk helemaal niet zo. Ik snap alleen best goed dat als je dat denkt, je niet zomaar naar de baan gaat om het eens te proberen.'

Noa: 'Toen wij begonnen hadden we op de Lochemse echt een leuk groepje met andere kinderen. Dat helpt wel. Als je het enige kind op een club bent, is dat ook minder leuk. Ik denk dat het zeker zou helpen als er op clubs veel meer ruimte is voor jeugdclinics. Als jeugd ziet hoe leuk en verslavend het is, weet ik zéker dat er meer jeugdleden komen.'

Droomdoel

Noa en Fleur zijn de fase van 'alleen maar leuk' zelf al lang voorbij. Een blik op hun agenda zegt genoeg.

Noa: 'We zijn, zo'n twintig tot 25 uur per week bezig met golf. Heel veel fysiek, maar ook spelen en trainen. We hebben een grote tuin met een net en zelfs een oefenbunker en een eigen fitness waardoor we ook tijdens corona konden blijven trainen, maar het was wel heel fijn toen de banen weer opengingen. Dat is ook waarvoor je zoveel tijd in de sport stopt. Toen ik nog op tennis zat, waren de meeste trainingen wel min of meer hetzelfde – tegen een muur slaan en daarna een partijtje spelen – maar bij golf is er zoveel meer mogelijk. Dat is ook zeker een van de dingen waarom ik zo graag speel. Je komt op allerlei verschillende plaatsen en je reist veel. Al die variatie maakt golf zo mooi.'

Fleur: 'Het gebeurt ook eigenlijk nooit dat onze ouders ons aan het werk moeten zetten. Ja soms heb je geen zin, maar dat heeft iedereen natuurlijk weleens. Maar als je dan geweest bent, dan voelt dat juist extra lekker. Als je de top wilt bereiken, moet je ook door dat soort momenten heen. Als je niet weet waar je het voor doet is het denk ik best lastig om op zo'n moment toch aan het werk te gaan.'

Noa: 'Ik denk dat richting – hoe jong of oud je ook bent – heel belangrijk is. Een plan helpt je om te komen waar je wilt. Zonder duidelijk doel heb je geen idee. Zo is het mijn plan om in 2022 in Amerika te gaan studeren. College geeft je de kans om zelfstandig te worden, jezelf als speler te ontwikkelen, en het bereidt je voor op een leven op de LPGA Tour, wat mijn uiteindelijke doel is. Voor je land uitkomen op de Olympische Spelen ook, en mijn absolute droomdoel is het om de beste van de wereld te worden', schetst de oudste van de twee zussen een gedetailleerde marsroute, en die van haar zusje doet daar nauwelijks voor onder: 'Ik moet nog een paar jaar langer wachten voor ik naar Amerika kan, maar ik wil in 2024 die kant op. Dan zitten we misschien niet meer bij elkaar, nee, je moet zelf bepalen welk college voor jou het beste is. Dat is wel een beetje jammer, maar als je de top wilt bereiken moet je doen wat je moet doen. College is niet voor iedereen geschikt, maar ik denk wel voor ons. En mocht je het als golfer niet redden dan is het sowieso een goede leerschool voor de rest van je leven.'

Rest het probleem van die eerste plaats op de wereldranglijst. Daarvan is er maar één, van de Van Beekjes, zijn er twee. Hoe moet dat dan? Noa en Fleur kijken elkaar aan, lachen hun zoveelste lach, en zeggen bijna met één mond dat ze het de ander natuurlijk ook heel erg gunnen en dat als ze dan zelf tweede worden, wat ook mooi is. Ze het menen het vast, maar ondertussen...