Martijn Paehlig

De eerste ronde

Na bijna twee maanden zonder golf, mochten ook de 'achttienplussers' maandag 11 mei de baan weer in. Het leverde vast en zeker weinig topscores op, maar mooie momenten des te meer. Hoofdredacteur Martijn Paehlig stond bij het krieken van de dag al te trappelen.

Martijn Paehlig

Veel eerder kon ik er niet bij zijn, met een starttijd om 08.00 op maandagmorgen. Bij het aanrijden zagen we twee tweeballen al op holes zes en zeven, maar die liepen daarmee ruim voor de officiele heropening uit. 'We hebben het gevraagd hoor', antwoorden ze op gepaste afstand toen we ze later troffen in de baan. 'We moeten zo gewoon werken, maar we moesten vandaag golfen.'

Ze waren niet de enigen. Ondanks het mindere weer (Na een mooie bijna zomerse week was het vandaag koud en kil, alsof diezelfde weergoden wilden zeggen: 'Jullie zeggen dat je graag weer wil golfen? Nou, laat het maar zien dan ook! We zetten de kachel laag, laten het nu en dan regenen en kom, we doen er ook nog een stevig fris briesje bij. Nog steeds zoveel zin?') hing op veel banen het bordje uitverkocht op de deur. Weer of geen weer. Vanaf het moment dat Mark Rutte bekend maakte dat er weer buiten gesport mocht worden – en daarmee golf het groene licht gaf – zat ik – en velen met mij – klaar om de wei weer in te gaan.

Koud, guur en vroeg was het maandag bij de herstart, maar maakte dat uit..?

Eerder eigenlijk al, want toen het nieuws dat heropening aanstaande was in de loop van die middag uitlekte, trok ik de stoute schoenen aan en probeerde een starttijd te boeken voor de gehoopte heropeningsdatum. Tot mijn verbazing en vreugde lukte het, en dus stak ik mijn armen juichend de lucht in toen het inderdaad 11 mei bleek te worden. Niet veel later viel er echter een mailtje op digitale deurmat waarin medegedeeld werd dat alle online geboekte starttijden kwamen te vervallen en dat er in plaats daarvan vanaf vrijdag 09.00 gebeld kon worden. Een kleine streep door de rekening, maar niet iets om je zorgen over te maken. Immers, of het nu kaarten voor het EK voetbal, een concert van Adele of De Dijk, een hardloopevenement (ja, ook daarvoor moet je soms enorm je best doen), of een rondje golf betreft: de virtuele wachtrij is me niet vreemd en het slagingspercentage hoog. Gewoon met een kop koffie om 08.59.59 de belknop indrukken en voila, krap twee minuten later had ik alsnog een starttijd te pakken.

Waar? Na een paar maanden zonder golf kon er gevoelsmatig maar een baan in aanmerking voor de hernieuwde kennismaking met het kortgemaaide gras. Golfbaan Waterland, de plek waar ik een goede twintig jaar geleden voor het allereerst kennismaakte met de sport, met als fotograaf de vriend met wie ik destijds die eerste stappen op de golfbaan zette zelfs. Een bevriende professional moest en zou bij het nieuwe golfbegin met zijn ouders de baan in: 'we zijn ooit met zijn drietjes begonnen met golf en dit was toch een soort van een nieuw begin', verklaarde hij.

Over de ronde zelf kan ik kort zijn. Natuurlijk was er hoop op een goede score, mijn beste rondje ooit speelde ik vorig jaar na drie weken lang geen club aan te hebben geraakt, dus ook nu was er alle kans (en hoop...) op een vorm van beginnersgeluk. Maar harde wind, nieuwe clubs en niet in de laatste plaats die vreemde cups waarbij je niet uit mag holen, voorkwamen dat. Dat, en een stukje focus. Wie kan alleen op de bal letten als je na zoveel weken weer de baan in mag? De geur van versgemaaid gras, de wapperende vlaggen, zelfs de plons van die te korte approach...

Scores doen er de eerste paar rondes helemaal niet toe. Het feit dat we weer naar buiten mogen, dát is wat telt. Of de weergoden hun best doen onze liefde voor de sport te testen of niet. Of we wel of niet mogen harken en uitholen. Zelfs het afstand houden en niet schudden van de hand van onze spelpartners, het doet er allemaal niet toe. De gedeelde verantwoordelijkheid om niet terug te hoeven naar de periode van half maart tot half mei zal elke golfer manmoedig en met liefde dragen.

De golfbanen zijn weer open en de eerste rondes zijn gespeeld.

Wanneer gaan we weer?

Naast allerlei ge- en verbodsbordjes was dit misschien wel het fijnste bordje. Insgelijks!
Columns
  • Bas Bröring