Drooggolfen

De golfbanen zijn dicht tot eind april. Hoe kom je als golfer die tijd door?

drooggolf

Toen ik begin jaren negentig in het Amsterdamse nachtleven werkte, reed ik in het vroege ochtendgloren op de fiets naar huis regelmatig langs een eenzame golfer die – midden in de stad, op een steenworp (of drive) afstand van het Leidesplein – op de overdag stampvolle Overtoom, volle drives in het luchtledige stond te slaan. Geconcentreerd werkte hij een hele set-up door, en ook na zijn swing bleef hij als bevroren staan, net zo lang tot de imaginaire bal tweehonderd meter verderop tot stilstand was gekomen. Waarom hij dat deed? Geen idee. Ik had hem de vraag willen stellen, maar deed het nooit. Jammer want juist nu had ik zijn antwoord graag gehoord.

Nee, golf is niet het belangrijkste dat er nu is, verre van, maar sport in het algemeen – en golf voor ons in het bijzonder – heeft wel degelijk waarde. Ook, en misschien zelfs wel juist, in een ontwrichtende tijd als dit. Het buiten zijn. Het bewegen. Het om je heen kijken naar het ontluikende groen. Genieten van zingende vogels, het geluid van een goed geraakte bal. Een score zou er nu niet direct toe doen, maar alle andere aspecten van de sport wel. Maar voorlopig zit het er niet in.

Nu de banen voor langere tijd dichtblijven wordt de situatie voor alle golfondernemers nog zorgwekkender, maar gaan golfers hun sport ook nog meer missen. Er wordt in veel woonkamers of garages geputt en gechipt dat het een lieve lust is, afslagnetten zijn niet aan te slepen en in menig tuin is de wasmolen met behulp van een stuk tapijt omgetoverd tot een privé-drivingrange. Het is behelpen, maar iets is beter dan niets. De swing, het buiten zijn, het even niet aan de zorgen van alledag hoeven denken.

De drooggolfer in de stad heb ik nooit meer gezien, maar het antwoord op de vraag waarom hij daar 's nachts zonder bal met die club stond, denk ik wel te weten.

Het kan niet anders of hij miste golf.

Columns
  • istock