Uit Golfers Magazine: All the president's golfers

Een longread uit Golfers Magazine 8. Om je de Amerikaanse verkiezingsnacht door te helpen.

Van alle Amerikaanse presidenten was Dwight D. Eisenhower het meest verzot op golf. Misschien heeft hij zijn verkiezing in 1952 wel aan The Gang, ofwel invloedrijke medespelers van Augusta National, te danken.

Tekst Jan Kees van der Velden Fotografie Getty Images

Op 4 november 1952 werd de Republikein Dwight D. Eisenhower gekozen tot 34ste president van de Verenigde Staten. Hij versloeg zijn Democratische opponent Adlai Stevenson ruim. Eisenhower won 39 van de 48 staten en behaalde ruim 55 procent van de stemmen. Het Huis van Afgevaardigden en de Senaat kregen een Republikeinse meerderheid, waardoor de frustratie van de Grand Old Party na twintig jaar Democratische dominantie – Roosevelt, Truman – voorbij was.

Daags na zijn eclatante succes vertrok Eisenhower met zijn echtgenote Mamie voor een vakantie van tien dagen. Bestemming? De Augusta National Golf Club.

Amerika koos in de herfst van 1952 een van de grote geallieerde helden van de Tweede Wereldoorlog. Dwight D. Eisenhower – beter bekend als Ike – was de Commander in Chief van de geallieerde troepen in Europa en Noord-Afrika.

Hij was de architect van D-Day, de invasie op 6 juni 1944 die het begin was van de bevrijding van Europa.

Gaatjes

Eisenhower was al 37 toen hij voor het eerst een golfclub in handen kreeg. Dat was in 1927, toen hij in Kansas aan de Fort Leavenworth Command School studeerde. Eisenhower speelde later in Washington en op de Filipijnen, waar hij in de jaren dertig onder generaal MacArthur diende.

Als Commander in Chief was er weinig tijd om te spelen, maar in de maanden durende aanloop tot de invasie trok hij zich soms terug in een cottage even buiten Londen. Daar sloeg hij ballen op de aangrenzende golfbaan. Pas na de oorlog ontwikkelde zijn belangstelling voor golf zich tot een passie of zelfs – volgens sommigen – een obsessie.

‘Ike was een gemiddelde speler’, schreef Clifford Roberts in The Story of the Augusta National Golf Club. Roberts was samen met Bobby Jones de oprichter van Augusta. Hij was voorzitter vanaf de officiële opening in 1933 tot zijn zelfgekozen dood in 1977. ‘Zijn scores zaten gemiddeld tussen de 90 en 95. Hij had ook met meer oefenen nooit lager dan handicap 13 kunnen komen.’

Ook op de green was Eisenhower niet groots. ‘Hij beschikte niet over het natuurlijke talent om greens te lezen’, schreef Roberts in 1976, zeven jaar na de dood van Eisenhower. 'Maar het kwam ook omdat hij grove handen had. Met andere woorden, hij miste de instinctieve “touch” om te putten. Daar kwam nog bij dat hij te ongeduldig was. Zijn putts waren vaak te lang en dan miste hij ook nog eens de return.’

Zijn matige spel – vanwege een bij football opgelopen knieblessure slicete hij ook nog eens bijna alles – betekende niet dat Eisenhower geen plezier aan het spel beleefde. In zijn acht jaar in het Witte Huis ging er nagenoeg geen dag voorbij dat de president geen golfstok in handen had. In zijn twee ambtsperioden speelde hij naar verluidt zo’n achthonderd rondjes.

Samen met Arnold Palmer zorgde Dwight Eisenhower ervoor dat golf vanaf het midden van de jaren vijftig populair werd bij de Amerikaanse middenklasse, die tien jaar na de oorlog volop profiteerde van de enorme economische groei.

Natuurlijk waren er ook mensen die vonden dat de president te veel speelde. Journalisten confronteerden hem met het aantal gespeelde rondjes, maar Eisenhower trok zich er niets van aan. ‘Ik heb de ontspanning en de beweging nodig.’ Zijn lijfarts, generaal-majoor Snyder gaf hem gelijk: ‘Als de man niet zou kunnen golfen’, zei de dokter tegen een journalist, ‘I’d have a nut case on my hands’.

En als er bij hoge uitzondering niet kon worden gespeeld, zoals op een zaterdagochtend waarop de regen in Washington D.C. met bakken uit de hemel kwam, dan was Eisenhower niet te genieten. Naar buiten starend zei hij tegen zijn secretaresse: ‘Soms heb ik zoveel medelijden met mezelf dat ik wel kan huilen.’

Vier dag na zijn inauguratie in januari 1953 sloeg de nieuwe president al ballen in de tuin van het Witte Huis. Hij pakte naar verluidt meteen na het opstaan een golfstok en de president liep vaak op golfschoenen naar zijn kantoor, de Oval Office. Gevolg: een houten vloer vol gaatjes.

Eisenhowers opvolger, John F. Kennedy was duidelijk uit zijn hum toen hij tijdens een van de eerste dagen van zijn presidentschap de schade opnam. 'Look at what that son of a bitch did to my floor', schamperde hij.

Eisenhower bleef oefenen rond het Witte Huis en op een dag had dat een heuse verkeersopstopping bij het hek tot gevolg. Eisenhower ging gewoon door met het slaan van ballen, maar voortaan vanaf een tussen de bomen verstopte ‘tee’.

Hij putte vaak op een kleine green, maar die werd regelmatig beschadigd door eekhoorns. Die mochten ondanks aandringen van de president niet worden afgeschoten. Dus werden ze gevangen en per bestelwagen naar een park elders in Washington D.C. gebracht. Maar een natuurvriend liet regelmatig door het hek nieuwe ‘troepen’ aanrukken.

Nog even over de oefengreen: die werd in 1954 door de beroemde architect Robert Trent Jones Sr ontworpen en op kosten van anderen samen met een bunkertje net naast het Oval Office aangelegd.

Memoires

Of dat project werd bekostigd door The Gang, is niet duidelijk. De kans dat het zo was, is vrij groot.

The Gang? Het is de bijnaam van een groep invloedrijke en vermogende zakenlieden die nog een belangrijk ding in het leven gemeen hadden: ze waren lid van Augusta National. En de heren waren er in hoge mate verantwoordelijk voor dat Eisenhower zich kandidaat stelde voor het presidentschap en dat zijn campagne kon worden gefinancierd.

Een van de leden van The Gang was William E. Robinson. Hij had Eisenhower al tijdens de oorlog voor het eerst ontmoet en slaagde er eind 1947 namens uitgeverij Doubleday en zijn krant The New York Tribune in om een overeenkomst voor een boek te sluiten met de man die een paar weken later zijn functie als Chief of Staff van het Amerikaanse leger zou neerleggen. Eisenhower was toen al – met ingang van 1 juni 1948 – benoemd tot president van Columbia University.

Er werd geen contract getekend: beiden vonden een handdruk voldoende. De auteur zou na het inleveren van het manuscript in een keer 635.000 dollar (ongeveer zes miljoen nu) krijgen overgemaakt.

Al toen hij in 1942 opperbevelhebber in Noord-Afrika en Europa was geworden, had Eisenhower het idee opgevat om na de oorlog zijn memoires te schrijven. Zijn staf hield exact bij wat hij van dag tot dag deed en assistenten als Harry Butcher en Kay Summersby – met de laatste zou hij een affaire hebben gehad – hielden dagboeken voor hem bij. Zelf maakte de de generaal ook zo af en toe aantekeningen in een dagboekje. Butcher was werkzaam geweest bij CBS en tevens een lieutenant commander van de U.S. Naval Reserve.

Eisenhower en zijn ingehuurde staf begonnen op 8 februari 1948 met het schrijven van Crusade in Europe: zestien uur per dag en zeven dagen per week.

'Omdat ik gewend was om zes uur op te staan, was het best zwaar voor ons allemaal', zei Eisenhower later. 'Maar het was op een bepaalde manier ook leuk. Er trad geen vertraging op omdat we gebrek aan materiaal hadden. De secretariële hulp was geweldig en zo af en toe zorgde mijn slecht leesbare handschrift voor het nodige gelach.'

Half april was het manuscript klaar om te worden gedrukt en om in delen in The New York Herald Tribune te worden geplaatst.

En toen was het, anderhalve maand voor het aanvaarden van het presidentschap van Columbia University, tijd om met vakantie te gaan. Dat was iets dat het echtpaar Eisenhower in jaren niet had gedaan.

Jones Cabin

Robinson had het maanden eerder al met Clifford Roberts over Eisenhower gehad. Mamie en hij wilden een poosje weg, maar dan wel naar een plek met privacy en ook een waar ze het beiden naar hun zin konden hebben.

'Ik heb Bill (William Robinson, red.) toen laten weten dat ze welkom waren op Augusta National, schreef Roberts later. 'Dat we in staat waren om hen zich comfortabel te laten voelen en dat ze bij het recreëren en ontspannen niet gestoord zouden worden. Ze zeiden meteen "ja"; voor mevrouw Eisenhower klonk een golfclub beter dan een visclub of een jachthut.'

Mamie Eisenhower tobde regelmatig met haar gezondheid en ze speelde dan ook geen golf – ongetwijfeld tot opluchting van de leden, want Augusta National was zeker in die tijd een echte mannenclub. Maar ze had het toch naar haar zin, omdat ze dol op planten en bloemen was, maar vooral omdat ze zag dat haar man met volle teugen genoot.

De Eisenhowers werden onderbracht in de privélodge van Bobby Jones. De Jones Cabin stond en staat in de buurt van de tiende tee.

'Die is niet erg groot', aldus Roberts. 'Maar ze waren er heel blij mee. Ik heb nooit zulke beroemde mensen ontmoet die zo gemakkelijk in de omgang waren. Voor ik er erg in had, noemde ik ze bij hun voornamen.'

Liefst elf dagen bleef het echtpaar op Augusta National. Eisenhower kreeg les van clubpro Ed Dudley, speelde zijn rondes en – in de middag en de avond – werd er gebridged, met Roberts en andere leden.

De voorzitter zorgde er ook voor dat het honorarium dat Eisenhower met zijn memoires had verdiend, goed werd belegd. Roberts was een uitstekende zakenbankier bij het New Yorkse Reynolds & Co waar hij tevens voor zestien procent eigenaar van was. Curt Sampson schrijft in zijn boek The Masters - Golf, Power and Money in Augusta, Georgia dat Eisenhowers portfolio in vijftien jaar tijd vier keer zoveel waard werd.

Als bankier moest Roberts zich soms dienstbaar opstellen, maar daar was op Augusta National geen sprake van. Charles de Clifford Roberts Jr. regeerde met ijzeren vuist op een van de beroemdste golfclubs ter wereld. Zijn wil was wet en er waren leden die bij voorkeur naar Augusta kwamen als hij thuis was. Thuis was voor Roberts zijn appartement aan 535 Park Avenue in Manhattan.

Op Augusta bemoeide hij zich werkelijk met alles. De golfshop moest altijd nieuwe dollarbiljetten in de kassa hebben, schilderijen en foto's mochten niet scheef hangen en het menu in het clubhuis werd door hem samengesteld, hoewel dat voor hem eigenlijk niet nodig was: zijn lunch bestond altijd uit consommé, gegrilde kipfilet op wit geroosterd brood, thee, een koekje en witte perziknectar.

Vergaderingen verliepen razendsnel. Op een vraag van Roberts aan clubsecretaris Charles Yates of hij de notulen had, antwoordde de laatste: 'bedoel je die van vorig jaar, dit jaar of volgend jaar?'

The Gang-leden

William Robinson en Clifford Roberts stelden Ike in die eerste week op Augusta in '48 al voor aan andere invloedrijke leden, die later de in sommige kringen beroemde en in sommige kringen beruchte Gang vormden.

Roberts wijdt er in zijn memoires geen woord aan, maar een maand of twee later – toen Eisenhower net president van de in New York gevestigde Columbia University was – stelde de in Manhattan wonende bankier in zijn kantoor bij Reynolds and Company een uitnodiging op voor een samenzijn vanaf 12 uur 's middags

op 23 juni 1948 ('a Day of Play') – te beginnen met een lunch en af te sluiten met een diner.

Tot de geïnviteerden behoorden naast Eisenhower onder anderen R.W. (Robert) Woodruff, de almachtige en invloedrijke CEO van Coca-Cola, W. Alton (Pete) Jones, president van Citie Services Company (voorganger van energiereus Citgo) en E.D. (Slats) Slater (eigenaar van Frankfort Distilleries). En dan waren er ook nog Thomas Baldwin Butler, een zakenman uit Baltimore die de bouw van de Butler Cabin – inderdaad, die van de prijsuitreiking van The Masters – mogelijk maakte, Clarence 'Schooie' Schoo (dozenfabrikant en destijds de slechtste golfer van Augusta National) en vanzelfsprekend golflegende Bobby Jones, die samen met Roberts de firma Joroberts had opgericht, een bedrijf dat in onder andere Groot-Brittannië, Zuid-Afrika en Midden-Amerika Coca-Cola in flesjes deed.

Later sloten zich – ongetwijfeld alleen op invitatie van Clifford Roberts – corporate tycoons annex Augusta-leden als Bud Maytag (wasmachines), Albert Bradley (General Motors), Alfred S. Bourne (Singer naaimachines) en George Allen aan. De laatste was de enige Democraat van The Gang. Het was overigens Eisenhower zelf die de naam verzon.

De combinatie van golf, privacy en het bijzondere gezelschap zorgde ervoor dat Eisenhower na elf dagen op Augusta als een gelukkig man naar huis ging. Hij zal ook bijzonder in zijn nopjes zijn geweest dat het gezelschap twee maanden later alweer bij elkaar kwam. Geen wonder dat Eisenhower maar een ding wilde: betalend lid van Augusta National worden. En zulks geschiedde.

Op dat moment – eigenlijk al een paar maanden eerder – werd Eisenhowers naam voor het eerst genoemd als mogelijke Republikeinse kandidaat voor het presidentschap van de VS. Hij dacht er even over na, maar besloot uiteindelijk het niet te doen.

De Democraat Harry Truman won in november 1948, na een nek-aan-nekrace met de Republikein Thomas Dewey. De verschillen waren zo klein, dat een van de eerste edities van de Chicago Tribune op de voorpagina als kop 'Dewey beats Truman' had.

Eisenhower speelde geen enkele rol in deze verkiezing. Hij was thuis: vrienden als William Robinson en Clifford Roberts aten mee, speelden bridge en luisterden naar de radio die de uitslagen bekendmaakten. Hun teleurstelling was groot, want The Gang had een hartgrondige afkeer van alles wat naar Franklin Delano Roosevelt riekte. De Democraat was van 1932 tot zijn overlijden in 1944 aan de macht en zijn opvolger Truman had het roer niet omgegooid. FDR was in de ogen van rechts Amerika een socialist.

Geen wonder dat The Gang de hoop op de verkiezingen van 1952 had gevestigd. Toen een verslaggever in 1950, tijdens een van de weinige interviews die Coca-Cola-topman Woodruff gaf, vroeg waarom er een foto van Eisenhower aan de muur hing, antwoordde de man die in en rond Atlanta veel naar zijn hand kon zetten: ‘Sommigen van ons willen dat hij president wordt. We sturen hem overzee om hem internationale flair te geven en vervolgens maken we hem president van Columbia, zodat de intellectuelen hem aardig vinden.’

Woodruff was tijdens de oorlog al dik tevreden over Eisenhower en niet alleen vanwege zijn militaire successen. De bevelhebber was namelijk dol op Coca-Cola. Tijdens de veldtocht in Noord-Afrika, in juni 1943, bestelde hij drie miljoen flesjes. Gedurende de oorlog werden er wereldwijd 64 bottelarijen gebouwd, waarvan 59 op kosten van de Amerikaanse belastingbetaler.

Maar zo gemakkelijk als Woodruff dacht dat het zou gaan, ging het niet. Eisenhower werd door president Truman gevraagd om (weer) opperbevelhebber in Europa te worden. Het rommelde in de wereld en het was volgens Harry Truman noodzakelijk dat er een westerse alliantie zou komen: de NAVO. En wie anders dan Ike was de geschikte man?

Eisenhower had er wel oren naar, ook al omdat hij het op Columbia University niet echt naar zijn zin had. Eind februari 1951 zette hij in Normandië voet aan Franse grond en hij nam uiteindelijk zijn intrek in een villa in Marnes-la-Coquette, zestien kilometer ten westen van Parijs.

Augusta's helpende hand

In de jaren na zijn eerste bezoek aan Augusta in het najaar en zijn vertrek naar Frankrijk verbleef Eisenhower slechts twee keer op Augusta, maar hij vond tussen golf en bridge met Clifford Roberts en andere leden van The Gang wel de gelegenheid om te vragen of er misschien ruimte was voor een visvijver op Augusta. Eisenhower was een fervent hengelaar en in no time werd Ike’s Pond gegraven. Die is er nog steeds: een van de twee waterhindernissen van de veel later aangelegde Par 3 Course.

De leden van The Gang en andere invloedrijke Republikeinen hadden allen al jaren een cirkel om november 1952 gezet: de volgende presidentsverkiezingen.

‘Talloze mensen gingen naar Parijs om hem te spreken’, schreef Clifford Roberts 25 jaar later in zijn boek. 'Ik maakte diverse trips om Ike te zien. Niet om hem te adviseren de politieke arena te betreden, maar – op zijn verzoek – om hem op de hoogte van ontwikkelingen te houden en ook om te golfen en te bridgen. Dat gold ook voor andere leden (lees: The Gang, red.) van Augusta National.

In het najaar van 1951 belegde Roberts een bijeenkomst in New York om de politieke situatie te bespreken. Met wat hij een carefully selected group noemde. De verlichte despoot van Augusta National had het in tegenstelling tot Eisenhower zelden of nooit over The Gang.

Er werd vervolgens zorgvuldig gemanoeuvreerd. Eisenhower zei niet dat hij geen president wilde worden. Dat was stap een. En hij had er uiteindelijk geen bezwaar tegen toen anderen hem op de lijst van de eerste voorverkiezingen in New Hampshire wilden zetten. Vrienden van Ike organiseerden ook nog eens een door dertigduizend mensen bezochte rally in New York Madison Square Garden. Het ‘I Like Ike’ was niet van de lucht. De bijeenkomst werd gefilmd en de rol meteen naar Parijs gevlogen. Dwight en Mamie Eisenhower waren diep onder de indruk.

Eisenhower won de voorverkiezing in New Hampshire, nam ontslag uit het Amerikaanse leger en vervolgens gingen de remmen los bij Clifford Roberts en The Gang.

‘Enkele de leden van Augusta National, waaronder ikzelf, werden bijna fulltime campagnemedewerkers’, aldus Roberts. ‘Nagenoeg iedereen gaf geld of hielp fondsen voor de organisatie van Eisenhower te werven.'

Pete Jones, een van de vaste leden van The Gang, meldde zich bij Roberts met de mededeling dat hij een miljoen dollar had gereserveerd en dat de voorzitter van Augusta maar moest laten weten wanneer hij welk bedrag nodig had.

‘Sommige leden van Augusta hielpen om gedelegeerden naar New York te brengen om kennis te maken met Eisenhower. Anderen, die deel uitmaakten van nieuwsorganisaties of invloed konden uitoefenen op de diverse media, waren ook actief namens Ike.’

‘Een aantal leden die gedelegeerden uit hun eigen staat kenden nam de taak op zich om hen te beïnvloeden. Enkelen werkten direct samen met de kleine groep professionals die probeerden om de steun aan de andere kandidaat, Robert A. Taft, te verminderen. Kortom, er was bijna geen onderdeel van het werk om Ike te nomineren waarbij een lid van Augusta niet bereid kon worden gevonden een helpende hand te bieden.’

En het werk was niet voor niets: Eisenhower won tijdens de conventie van de Republikeinse partij in Denver met enige moeite de interne strijd met Taft, maar versloeg zoals eerder gezegd in november zonder al te veel moeite de Democratische kandidaat Adlai Stevenson.

Tussen de twee verkiezingen adviseerde Roberts dat Eisenhower lid moest worden van een kerk. Roberts zelf was overtuigd atheïst, maar hij wist heel goed dat als het diepe zuiden van de VS van de Democraten moest worden losgeweekt, religie een rol ging spelen. Eisenhower was niet ‘kerks’. Mamie was gedoopt (presbyteriaans) en dus werd dat de godsdienst van de kandidaat. En natuurlijk voegde Roberts aan zijn advies toe dat het echtpaar, als ze op zijn golfbaan waren, elke zondag in Augusta naar de kerk moesten gaan.

Eisenhower Tree

Op 5 november 1952 landde een al weken van te voren door – vanzelfsprekend – Clifford Roberts gecharterde airliner op het vliegveld van Augusta.

Veertien dagen verbleef de president elect op zijn favoriete golfclub en in die periode stelde hij zijn kabinet samen. Roberts glom van oor tot oor, ook al omdat hij wist dat president Eisenhower regelmatig naar Augusta zou blijven komen.

En dus moest de Eisenhower Cabin er komen: betaald door de leden en speciaal gebouwd en ingericht voor de president en de First Lady. In totaal reisde Eisenhower, die in 1969 overleed, volgens de archieven van de club, 45 keer naar Augusta National: vijf keer voor zijn verkiezing, 29 keer tijdens zijn presidentschap en elf keer erna.

Tijdens zijn presidentschap werd Eisenhower een paar keer door een hartaanval getroffen. Dat feit deed menig kiezer in 1956 twijfelen: was de man wel gezond genoeg voor een tweede termijn.

Maar weer vormde Augusta National een belangrijke factor. Foto’s van een goedlachse Eisenhower in de baan werden verspreid via de persbureaus. Het moet er ongetwijfeld voor hebben gezorgd dat een groot aantal twijfelaars over de streep werd getrokken.

Eisenhower speelde vaak met Roberts en de andere Gang-leden (ook elders), maar op Augusta tevens met toppro’s als Ben Hogan, Byron Nelson en Arnold Palmer, die met regelmaat na The Masters speciaal voor de president nog een paar dagen in Augusta bleven. Maar de leider van de vrije wereld ondervond toch dat hij op Augusta National een ‘gewoon’ lid was. Eisenhower had op zeventien altijd moeite met een boom aan de linkerkant van de fairway. De president was zoals eerder al vermeld een slicer en hij zette zijn drives dan ook links op. De boom verprutste menige van zijn teeshots op de par-4.

Tijdens de ledenvergadering in 1956 stelde de president voor om de vermaledijde boom te kappen. Voorzitter Roberts, die vreesde voor steun aan het voorstel, zei dat dit punt niet op de agenda stond en schorste de vergadering. Prompt werd de boom wel tot Eisenhower Tree gedoopt.

De boom bleef dus staan, al kon zowel Roberts als Eisenhower niet bevroeden dat hij de winter van 2014 niet zou overleven. Een hevige ijzelbui was te veel voor de oude boom.

Rijkemannenclub

Roberts en de rest van The Gang bleven via Augusta National in contact met Eisenhower. Eerstgenoemde logeerde vaak op het Witte Huis – in de Red Room – en de president en zijn vrienden zagen elkaar niet alleen met regelmaat op Augusta National, maar ook tijdens ‘geheime’ trips naar Colorado, golfbanen rond Washington en op Camp David, het presidentiële buitenverblijf.

Dat zou naar een ongezonde beïnvloeding kunnen rieken. Ook Eisenhowers opvolger John F. Kennedy stoorde zich aan de kring rond de president. In 1959 zei hij tegen historicus Arthur M. Schlesinger Jr dat hij had verwacht dat Eisenhower met zijn oude legervrienden zou golfen, maar ‘al zijn golfmaten zijn rijke mannen die hij sinds 1945 heeft ontmoet'.

En daar zit wel wat in. Feit is ook dat vooral het conservatieve zuiden de hele erfenis van Roosevelt en zijn New Deal teniet wilde doen. Amerika was na de Tweede Wereldoorlog mede door de koude oorlog en de dreiging van een nucleair conflict panisch voor alles wat links was, met de heksenjacht van senator Joseph McCarthy als dieptepunt.

De Republikeinen en veel andere Amerikanen hadden behoefte aan een krachtige leider en wie was beter geschikt voor die job dan de man die Europa van de nazi’s had bevrijd? Clifford Roberts en de andere leden van The Gang hebben het spel slim gespeeld, al zou het te ver gaan om te stellen dat alleen deze leden van Augusta National voor de verkiezing van Eisenhower hebben gezorgd. Maar het kwam hen ongetwijfeld goed uit dat de Amerika na twintig jaar afscheid nam van die linkse Democraten. En, zo ijdel waren de leden van The Gang wel, het was natuurlijk mooi om met een held de baan in te mogen gaan, om in zijn kring te vertoeven.

Dwight Eisenhower zelf heeft overigens altijd ontkend dat leden van The Gang uit waren op gunsten van de president van de Verenigde Staten.

‘Het waren mannen’, zo schreef hij na zijn aftreden in het begin van 1961 in zijn memoires, ‘die, reeds succesvol, geen poging hebben gedaan om te profiteren van onze vriendschap. Ieder mens geniet van zijn of haar vrienden; maar een president heeft ze nodig, misschien op gezette tijden zelfs intensiever dan wat dan ook.’

Bronnen

Presidential Lies, Shepherd Campbell en Peter Landau (Uitgever Macmillan)

The Making of The Masters, David Owen (Uitgever Simon & Schuster)

The Masters – Golf, Money and Power in Augusta, Georgia, Curt Sampson (Uitgever Villard)

Augusta – Home of the Masters Tournament, Steve Eubanks (Uitgever Rutledge Hill Press)

Eisenhower in War and Piece, Jean Edward Smith (Uitgever Random House)

The Story of the Augusta National Golf Club, Clifford Roberts (Uitgever Doubleday & Company)

Second Acts, Mark Updegrove (Uitgever Rowman & Littlefield, 2006)- 'Look at what that son of a bitch did to my floor'.

Archief New York Times