/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2Fsource%2Fgolfers-magazine%2Fgolfersmagazine%2Fdata%2Fsource%2FWorld%2FiStock-486284876.jpg)
Frank Pont (54) koos na een carrière in het bankwezen en de consultancy begin deze eeuw voor een leven als golfbaanarchitect. Zowel in binnen- als buitenland werkte hij sindsdien aan tal van projecten.
In den beginne – 'Tot mijn vroege projecten reken ik Het land van Thorn en wat nu Golfpark Sandur heet. Natuurlijk is mijn werk sindsdien sterk veranderd. Het zou raar zijn als dat niet zo was, maar ik kijk er met trots op terug. Net zoals ik trots ben op renovaties als die van de Koninklijke Haagsche of Le Touquet. Bij het aanleggen van een nieuwe baan wil je dat de mensen zin hebben om terug te komen en dat ze zich een aantal holes direct herinneren, ook als je ze er maanden later naar vraagt. Niemand zal zich direct de hele baan voor de geest kunnen halen, maar als je er vijf of meer zo op kan roepen, dan doe je het goed denk ik.'
Actief – 'Mensen denken weleens dat Nederland “vol” is als het op golfbanen aankomt, maar er is nog wel ruimte. Zeker als je daarbij denkt aan mooie, unieke producten. Niets ten nadele van heel veel van de banen die eind jaren tachtig en in de jaren negentig zijn gebouwd, maar dat soort projecten zie je tegenwoordig niet meer. Dat is niet meer wat men vandaag wil, men zoekt veel meer naar uniekheid, banen met karakter. De Swinkelsche, De Stippelberg, The International. Allemaal heel verschillende banen. De een zal de ene mooier vinden, de ander de ander, maar het zijn allemaal karakters. De nieuwe projecten waar ik nu mee bezig ben kun je ook zo categoriseren. Je zult ook wel moeten opvallen, om de mensen naar je baan trekken én ze er ook nog eens terug laten komen.'
Tijd – 'Het aanleggen van een golfbaan duurt lang. Heel lang soms. Alle bestemmingsplannen, vergunningen, bezwaren... het is een proces van lange adem. Dat is niet altijd prettig, maar het heeft ook zeker voordelen. Volgens mij was het Ben Crenshaw die ooit zei dat tijd het beste is wat een golfbaanarchitect kan overkomen. Elke keer dat je naar het project toegaat, kun je weer wat aanpassen, Slijp je het weer een beetje bij. Met een baan als de Swinkelsche ben ik wel twaalf jaar bezig geweest voor het er eindelijk lag. Dat is lang, maar zeker niet per se slecht voor het eindresultaat.'
Baankennis – 'Laten we eerlijk zijn: heel veel mensen die golfen, veruit de meesten vermoed ik zelfs, hebben geen idee over het hoe en wat van een golfbaan. Dat vind ik oprecht jammer. Niet alleen omdat je met meer kennis over bepaalde details meer begrijpt van een golfbaan, maar ook omdat je er daadwerkelijk meer plezier aan zult beleven. In mij schuilt nog altijd iets van een missionaris, ik wil mensen er graag over vertellen. Mede daarom geef ik in januari weer een aantal eendaagse cursussen golfbaanarchitectuur. Niet dat je na die ene dag álles weet, maar je kijkt na zo'n dag absoluut met andere ogen naar de baan.'
Groen – 'De analyse van de feiten is heel simpel – we mogen steeds minder middelen gebruiken op golfbanen maar deze moet wel bespeelbaar blijven. Hoe ga je dat doen? Door het gras sterker te maken. En hoe maak je het gras sterker? Door het minder voeding te geven, de grond te verschralen, et cetera. Dat is het verhaal dat we duidelijk moeten maken. Mijn ervaring is dat als je dat goed uit laat leggen door experts, de weerstand snel afneemt. Ook de mensen die de gifgroene baan van Augusta National als maatstaf nemen, zullen dan gaan beseffen: 'Hé, kennelijk moet – en kan – het ook anders.'
Nieuwe tijd – 'Ik denk dat we in de nabije toekomst steeds meer golf over zes en negen holes gaan zien. Niet per se voor de traditionele golfer, maar wel voor een substantiële groep die golf wel leuk vindt, maar gewoon niet vijf, zes uur in de baan wil zijn. Daar zal de golfwereld een plaats voor moeten vinden, ook in het ontwerp van nieuwe banen of bij het aanpassen van bestaande courses. “Even een uurtje golfen” gaat veel mensen bij de sport houden en nieuwe mensen trekken.'