Uit Golfers Magazine: Krachtmens

Golfers slaan steeds verder maar weinigen slaan zo ver als de Nederlandse amateur Ayden Verdonk.

Golf is aan het veranderen. Op het hoogste niveau wordt het meer en meer een krachtsport. Een kolfje naar de hand van de Nederlandse amateur Aydan Verdonk die de bal makkelijk driehonderd meter ver slaat.

Met armen als staalkabels, schouders die maar net door de deur lijken te passen, een stevig lichaam en een lengte van 1 meter 92, lijkt hij gemaakt voor de richting die golf opgaat met mannen als Brooks Koepka, Gary Woodland en ook Dustin Johnson. Golf als krachtsport. Niet zoals de longdrivers, wier enige doel is de bal zo ver mogelijk te slaan, maar 'gewoon' golf, waarbij het doel nog steeds dat kleine gaatje is, maar waarbij de eerste opdracht is de bal zo ver mogelijk te slaan, dan volgt de rest daarna wel.

Met een gemiddelde drive van driehonderd meter en een handicap van +1,5 slaagt de Nederlandse amateur Aydan Verdonk daar heel behoorlijk in, en er verschijnt een grote grijns op zijn gezicht als we hem vertellen dat de mensen die hem zien spelen, zonder uitzondering met stomheid geslagen zijn over de enorme afstanden die hij weet te halen. 'Het kán helemaal niet dat iemand daar terecht komt vanaf de tee. Onmogelijk', en woorden van gelijke strekking zijn het commentaar op zijn onwaarschijnlijk verre drives of zijn ijzer- 7 van 170, 180 meter. 'Ja ik krijg regelmatig dat soort opmerkingen', lacht hij bescheiden. 'Ik was laatst bij een wedstrijd in België en daar kwamen na de ronde wat jongens naar me toe die zeiden: “Toen jij ging afslaan liep het hele terras leeg om naar je te kijken, en toen wij even later afsloegen, was er niemand meer.” Dat is wel grappig om te horen.'

Rugby

Het is niet vreemd als je nog nooit van de geboren Purmerender Aydan Verdonk hebt gehoord. Hij is immers pas 21 jaar, zat niet in de selecties, deed nog nauwelijks mee aan landelijke wedstrijden, en golft überhaupt nog niet zo heel lang op behoorlijk niveau, omdat studie en andere sporten voorrang genoten.

'Ik had al wel heel jong zo'n plastic setje thuis, ik vond Tiger Woods een held, en ging vanaf mijn elfde steeds vaker naar de golfbaan. Ik hing er hele dagen rond, won de eerste de beste wedstrijd waar ik na één lesje aan meedeed, maar beoefende ook andere sporten vrij fanatiek. Ik was keeper bij een lokale club toen ik werd gescout door FC Utrecht om daar te komen spelen. Dat heb ik twee jaar gedaan, toen bleken anderen beter en mocht ik weer gaan. Aan rugby deed ik ook, op een nog hoger niveau. Ik ben een grote gast, stond vooraan in de scrum en voor ik het wist speelde ik in Oranje onder 17, onder 18, en ook nog een paar wedstrijden onder 19. Ik raakte geblesseerd, moest lang revalideren, en brak bij mijn rentree binnen vijf minuten mijn voet waardoor ik er wéér uitlag. In diezelfde periode werd ik gevraagd competitie te komen spelen op Purmerend en ondanks mijn gebroken voet won ik al mijn punten. Vanaf dat moment ben ik intensiever met Ed (Vander, zijn pro, red.) gaan samenwerken en ging ik denken: 'Misschien is dit wel de sport waar mijn kansen om ver te komen het grootst zijn.'

Verder

De lessen, het gestructureerde werken, het wierp al snel zijn vruchten af. Van handicap 4,5 ging het in nauwelijks twee jaar tijd naar handicap +1,5 en begon hij op te vallen door de natuurlijke oerkracht die hij uitstraalt, de afstanden die hij weet te overbruggen.

'Ik schrok eerlijk gezegd van mezelf toen we gerichter gingen werken. Ik had door heel veel spelen en gewoon “doen”, mezelf naar die 4,5 gespeeld en sloeg altijd al ver, maar vooral op basis van een armenswing, en niet altijd even zeker. Toen we aan dingen als ritme, balans, tempo, mijn heupen en timing gingen werken, ging ik nóg veel verder slaan. Niet alleen dat, ik raak ook nog meer fairways. Met heel ver slaan kom je een eind, maar als je diep in de bossen ligt schiet het nog niet op, hoe leuk ik het ook vind om creatieve oplossingen te bedenken als ik wél in de problemen lig. Vanaf de fairway kan je een stuk beter scoren.'

Met zo'n specifiek wapen in de tas wil Verdonk uiteindelijk de stap naar de professionals maken, maar nu nog niet. 'Daar ben ik echt nog niet aan toe. Mijn korte spel is wel oké, maar veel te wisselvallig. Dat geldt ook op de greens. Het is niet slecht, maar het gaat nog te veel alle kanten op. En ik moet sowieso nog veel meer wedstrijden spelen, dat heb ik tot nu toe nauwelijks gedaan. Enerzijds omdat de studie voorrang kreeg, anderzijds omdat dat op dit moment geen prioriteit heeft. Ik moet eerst leren, dan komt daarna het presteren. En ja, ik wil ook nóg verder gaan slaan. Ik ben nog lang niet zo fit als ik zou willen zijn. Als ik dat – naast mijn techniek – nog meer op orde heb, denk ik dat ik wel naar gemiddeld 325 meter kan gaan.'

Er sneuvelt nog wel eens een club bij het krachtmens Verdonk.

(Dit artikel van Martijn Paehlig, met foto's van Koen Suyk, verscheen eerder in Golfers Magazine 6)