/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2Fsource%2Fgolfers-magazine%2Fgolfersmagazine%2Fuploads%2F2018%2Fmei%2Fgolfersmagazine_verbeelding_aan_de_macht.jpg)
'Net als de generatie van de jaren zestig die nog de durf had idealen te hebben en daarvoor te gaan, moet golf creatiever en inventiever worden. De slogans van de Franse Mei-1968-generatie konden het niet duidelijker zeggen: Il het interdit d'interdire! Het is verboden te verbieden. De creativiteit in die periode kende dan ook geen grenzen', schreef Jan Kees van der Velden in Golfers Magazine 4 van vorig jaar. Nu het deze maand precies vijftig jaar geleden is dat deze generatie opstond, is het hét moment het artikel in zijn geheel nog eens te plaatsen.
Ogenschijnlijk is golf een grote Nederlandse sport. Er waren op 1 januari 381.584 mannen en vrouwen bij de Koninklijke Nederlandse Golf Federatie geregistreerd. Van de sportbonden die bij NOC*NSF zijn aangesloten zijn alleen de KNVB (voetbal), de KNLTB (tennis) en Sportvisserij Nederland groter.
Toch brengt de werkelijkheid iets anders aan het licht. Er zijn nog steeds veel mensen die ooit hun GVB – nu hcp 54 – hebben behaald, maar een soort slapend bestaan leiden: ze golfen niet. Al jaren vormt deze categorie zo’n beetje de helft van de golfpopulatie.
Terwijl je op een mooie voorjaarsdag maar naar buiten hoeft te gaan om te zien dat tienduizenden fietsers en (hard)lopers hun kilometers 'draaien', zijn de golfbanen op diezelfde dag maar matig bezet. Het gros van die wielrenners en joggers is geen lid van de KNWU en de KNAU. Geregistreerd zijn is dus kennelijk iets anders dan actief je sport beoefenen.
Met andere woorden: stilstand is achteruitgang. Met halfzachte maatregelen. ondoordachte projecten en niet op feiten gebaseerde plannen kom je niet ver. Wat we nodig hebben zijn bestuurders, professionals – in alle betekenissen van het woord – en managers die durven out of the box te denken. En dan vooral op de clubs en banen. Te vaak wordt er verlangend naar de NGF gekeken die dan maar de plaatselijke problemen moet oplossen. Alsof MKB Nederland de omzet van een groenteboer in Appelscha wel even zal verhogen.
Natuurlijk, niet alles uit die roerige tijd was comme il faut, maar dromen van een betere toekomst is iets wat de huidige maatschappij kennelijk niet kan. Het zijn angst, voorzichtigheid en verlangen naar de goede oude tijd die regeren.
Golfers Magazine kijkt al jaren vooruit. Onze redactie denkt dagelijks na over wat beter kan en we gebruiken graag een paar van de mooie, treffende slogans van bijna vijftig jaar geleden als inspiratie en aanzet om de Nederlandse golfmarkt te verbeteren.
Actie is geen reactie, maar een creatie
Het aantal golfers in Nederland blijft redelijk stabiel, maar elk jaar haken er nagenoeg evenveel mensen af als erbij komen. En dan hebben we het over tienduizenden nieuwe golfers. Dat is een enorme verspilling van inzet en geld. De belangrijkste reden is dat nieuwe golfers zich vaak niet welkom voelen. Dat gegeven zouden clubs en banen zich sterk aan moeten trekken.
Tijdens het begin dit jaar gehouden Nationaal Golfcongres bleek uit de zogenaamde Net Promotor Score dat nieuwe golfers elementen als ‘training’ en ‘lessen’ een goede waardering gaven, maar dat dit niet de belangrijkste zaken waren. Als ze hun club of baan zouden moeten aanbevelen is het ‘verenigingsleven’ in de ogen van de nieuwe golfers veel belangrijker. En laat dat nou net het laagste cijfer krijgen.
Clubs en banen denken nog steeds te vaak dat (nieuwe) golfers hun weg wel vinden. Het zijn immers volwassen mensen? Verkeerde redenering. Goede lessen – liefst in groepjes met ‘lotgenoten’ – helpen om het spel sneller onder de knie te krijgen. NGF-cijfers wijzen uit dat het kantelpunt rond handicap 28 ligt. Wie dat niveau eenmaal heeft bereikt, haakt niet zo snel meer af. Maar wie nog niet zover is, valt gemakkelijk af.
Waarom? Veel golfclubs zijn niet alleen van buiten naar binnen gesloten, maar ook intern. Mensen die al langer lid zijn, hebben vaak hun eigen groepjes – in de baan en in het clubhuis. ‘Nieuwe leden blijven lang de verantwoording van de club’, zei een voormalige baanmanager onlangs. ‘Net zo lang tot men zich thuis voelt. En daar moet de club alles aan doen.’ Kijk, deze baanmanager heeft het begrepen.
Een van de problemen is de wedstrijdkalender. Die is in negen van de tien gevallen exact gelijk aan die van het jaar ervoor. En zo’n schema staat vol met wedstrijden voor vooral de gevorderde golfers. Waarom zou ik mij al beginner tussen de ‘vaste hap’ proberen te wurmen als ik nog onzeker ben over mijn spel? Waarom zijn er zo weinig wedstrijdjes voor startende golfers?
Elke Wedstrijdcommissie – inderdaad met een hoofdletter – zou er goed aan doen om minstens twee nieuwe golfers te vragen om lid te worden. Maar dat geldt ook voor alle andere commissies en ook voor het bestuur.
Geef met andere woorden de nieuwe golfers een stem. En dat geldt natuurlijk ook voor de banen waar een ondernemer de scepter zwaait. Trek je in belangrijke gevallen weinig aan van commissies, die in feite alleen hun eigen belang nastreven.
Is het dan allemaal kommer en kwel? Soms gloort er wat licht aan de horizon. Zo is er sinds kort bij de NGF een bestuurslid dat marketing in de portefeuille heeft: Alfred Levy, in het dagelijks leven senior vicepresident marketing bij Ahold.
In het laatste nummer van de NGF-uitgave GolfMarkt zegt Levy: ‘Er is een enorme discrepantie tussen aandacht en activiteiten voor gevestigde leden en voor nieuwe leden of spelers. Daar moet je beleid op maken, anders loopt iedereen die je met veel moeite werft gewoon weer weg.’
Het vervelende echter is dat Levy dit in de tiende editie van GolfMarkt zegt. In de voorgaande nummers hebben tal van artikelen met dezelfde strekking gestaan. En hoewel ‘de markt’ zegt het blad zeer te waarderen, gebeurt er bij het gros van de banen en clubs niets. Men reageert uitsluitend op wat de kern van ‘harde’ leden wil en creëert niets. Ofwel: het lijkt sterk dweilen met de kraan open.
Nog meer licht aan de horizon? Jawel. Sinds enige tijd hebben de clubs de beschikking over een in Denemarken ontwikkeld uitstekend programma om leden, gastspelers en opzeggers naar hun mening te vragen. De middelen zijn er dus. In het vorige nummer van Golfers Magazine constateerden we echter ook dat een zeer groot deel niet alle elementen gebruikt. Dat kost namelijk een paar honderd euro per jaar. Maar die verdien je, naar onze niet al te bescheiden mening, dus gemakkelijk terug.
Vertaal je wensen naar de werkelijkheid
Van de op 1 januari van dit jaar 381.584 bij de NGF geregistreerde golfers waren er 228.487 ouder dan vijftig jaar. Het aantal jeugdgolfers – zie ook het artikel ‘Heeft de jeugd de toekomst?’ in de vorige editie van Golfers Magazine – daalt en daalt in een schrikwekkend tempo. De NGF probeert het tij te keren met het RAAK-programma, maar in feite is dat alleen gebaseerd op het streven te laten zien hoe leuk golf is. De verantwoordelijkheid om daar een vervolg aan te geven ligt dan weer bij de eigenaren van de banen en het bestuur van de clubs; en dan wordt het in het gros van de gevallen oorverdovend stil.
Kinderen zijn lastig en men weet gewoon niet hoe je met ze om moet gaan. Niets in en rond de clubhuizen biedt hen enig vertier. Stil zijn en beleefd een handje geven.
Wie jonge golfers wil vasthouden, moet beginnen hun een teamsport te bieden. Kinderen willen vooral samen spelen. Maar de meeste clubs en banen hebben daar geen boodschap aan. Het is net als bij nieuwe (volwassen) leden: betaal en pas je aan. Aan jouw wensen hebben we geen boodschap.
De PGA Holland omarmde als organisatie de in de VS zo succesvolle Junior League. Het is ongelofelijk hoe lauw de reactie van clubs, banen én pro’s op dit initiatief is.
Hetzelfde geldt voor het ook uit de VS afkomstige Drive-Chip-and-Putt. Met een finale op Augusta National, de zondag voor The Masters, live op The Golfchannel!
Er zijn een paar mensen die proberen om er in ons land een succes van te maken. Hun inzet is te prijzen, maar zodra zij afhaken, verdwijnt ook dit schitterende programma richting Boulevard of Broken Dreams.
De werkelijkheid is dat er nog een wereld te winnen is als het om golfende kinderen gaat. Maar vergeet ook de senioren niet. Golf is een gezonde sport. Een onderzoek van de Universiteit van Edinburgh wees uit dat tal van studies de relatie tussen golf en gezonder leven aantonen. Dus ook voor senioren. Op de website golfandhealth.com zijn tal van voordelen van golf te vinden.
Juist in de tijd van een terugtrekkende overheid, vergrijzing en de behoefte aan activiteiten voor de ouder wordende Nederlander, kan golf een belangrijke rol spelen.
Het mes snijdt dan aan twee kanten. In de eerste plaats een beter imago voor golf: een sport die zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt en helpt een probleem aan te pakken. Verder zijn veel golfende senioren bereid om te helpen op clubs. Als bestuurs- of commissielid, maar ook bij zaken als baanonderhoud.
Maar je voelt hem alweer aankomen: de meeste clubs wachten braaf op wat de NGF gaat bieden in plaats van zelf initiatieven te nemen.
Onder de straatstenen ligt het zand
Hoe je het ook wendt of keert: golf heeft bij de gemiddelde Nederlander geen best imago. Ook niet als het om duurzaamheid gaat.Terwijl het bij golf op dat punt juist steeds meer de goede kant op gaat. Onder dat nog vaak geopperde idee dat op een golfbaan alles wordt platgespoten, ligt de werkelijkheid: golf is bezig een groene sport te worden. Maar de golfwereld doet onvoldoende om dat verhaal te vertellen.
De overheid verbiedt vanaf het komend najaar het gebruik van pesticiden op sportvelden en andere openbare ruimtes. Maar Den Haag realiseerde zich dat sporten als voetbal en golf de tijd moeten krijgen om met alternatieven te komen. Het gebruik van pesticides op golfbanen is al zeer, zeer beperkt, maar er zal in noodgevallen heel soms een beroep moeten worden gedaan op een medicijnkastje.
Dat golf op de goede weg is, wordt bewezen door positieve reacties van de vereniging van waterwinbedrijven (Vewin) en samenwerkingsverbanden met organisaties als de Vogelbescherming en Natuur & Milieu.
De NGF doet zijn best om de golfer te informeren, maar minstens zo belangrijk is het om de rest van de maatschappij te vertellen wat er wordt gedaan om het duurzame karakter verder te versterken.
Er zijn clubs die zo verstandig zijn geweest om natuurexcursies op hun baan te organiseren. Keer op keer bleek dat de reacties positief waren. Men was verbaasd en verheugd dat golf eigenlijk wel een heel groene sport is en dat golfbanen rijk aan flora en fauna zijn.
In dat opzicht is het goed dat de NGF samen met natuurorganisaties op clubs leden opleiden die groene excursies voor kinderen gaan begeleiden.
Het is verboden om te verbieden
Golf heeft een groot aantal sterke punten, maar op de een of andere manier krijgen mensen die alles bij het oude willen houden het steeds weer voor elkaar om vooruitgang tegen te houden. Dan kom je toch weer terug bij het punt dat de ervaren, vaak betere golfers op de clubs zich met hand en tand verzetten. Hun wil is wet.
De NGF kan - soms in samenspraak met de NVG (vereniging van baaneigenaren) en de PGA Holland - mooie dingen verzinnen, maar de clubs zijn autonoom in hun beleid.
En toch: op een gegeven moment moet het kwartje vallen. Maar wanneer? Zou het helpen als er een paar clubs of banen failliet gaan? Zouden dan de ogen worden geopend? Wat belangrijk is dat golf nog meer leert om out of the box te denken, om te leren van wat er elders in de maatschappij gebeurt. Niets is verboden als je plannen verzint.