Putters: wat doet die hosel precies?

Ben je inconsistent op de green? Wellicht past de hosel van je putter niet goed bij je puttingstroke. We leggen uit wat dit verbindingsstuk tussen clubhoofd en shaft precies doet.

Putters: wat doet die hosel precies?

Tegenwoordig heb je bijna net zoveel hosels als modellen putters. Ze geven een putter niet alleen een verschillend uiterlijk, ze veranderen ook de toe-hang van een clubhoofd en bieden variatie in de mate van offset (hoe ver het clubblad achter de shaft zit).

We nemen de meest voorkomende hosels onder de loep en leggen we uit hoe ze je prestaties op de green kunnen beïnvloeden. Zo kun je gerichter op zoek naar een nieuwe putter als die van jou zijn werk niet meer naar behoren uitvoert.

Double bend

Dit is de traditionele shaft/hosel set-up voor mallets. Net als bij een single bend is het de shaft die gebogen wordt, niet de hosel. De double bend zorgt ervoor dat het clubhoofd achter je handen staat en helpt ontwerpers met het face balanced design (clubblad wijst omhoog als je de shaft op je hand laat balanceren).

Een putter met een double bend shaft past in principe het best bij een relatief rechte puttingstroke. De keus tussen een double bend en een single bend is vooral cosmetisch, er zijn nauwelijks prestatieverschillen.

Centre shaft

Zoals de naan al doet vermoeden is een centre shaft hosel in het midden van het clubhoofd bevestigd, wat volgens sommige golfers de meest eenvoudige manier van putten is. Ze zijn heel makkelijk op te lijnen en omdat de shaft precies eindigt waar je de bal op het clubblad wilt raken, kun je een simpele pendulebeweging gebruiken om de bal de hole in te rollen.

Deze shaft past normaal gesproken het best bij golfers die het clubblad in hun stroke maar heel weinig openen of sluiten.

L-neck of plumber's neck

Dit is van oudsher het meest gebruikte model hosel voor blade putters. Er zijn letterlijk honderdduizenden verschillende modellen met dit type hosel geproduceerd.

De meeste L-neck putters hebben een aantal graden toe-hang (de teen hangt naar beneden als je de shaft op je hand laat balanceren), waardoor ze het best werken bij puttingstrokes die in hun swingpad (vlak voor en na impact) een bepaalde mate van ronding hebben.

Small curve

Deze zeer klassieke hosel zorgt ervoor dat de shaft voor het oog naadloos overloopt in het clubhoofd. Putters met dit hoseldesign hebben meestal behoorlijk veel toe-hang, wat ze vooral geschikt maakt voor golfers met een uitgesproken boog in hun stroke. Sommige van de beste putters aller tijden gebruikten dit model putter.

Small slant of slant neck

Deze hosel met een kleine knik heeft een grote rol gespeeld in de massale overstap van tourspelers van blades naar mallets en MOI-putters. Dit design maakt het namelijk mogelijk om deze modellen toe-hang te maken, in plaats van het klassieke face-balanced.

Het maakt deze vergevingsgezinde putters ook geschikt voor meer rondere puttingstrokes die een boog hebben. Verschillende ontwerpen bieden verschillende mate van toe-hang en offset.

Single bend

Dit model is een relatief moderne toevoeging in 'hosel-land'. Eigenlijk is de shaft gebogen, niet de hosel. Door de buiging komt het clubhoofd achter de handen te zitten (offset dus) en ze ogen wat 'netter' dan een double bend shaft, waardoor je ogen minder snel naar de kromming worden getrokken.

Dit design is zeer geschikt voor puttingstrokes die recht naar achteren en weer recht naar voren gaan.