Pete Dye is waarschijnlijk de eerste en enige golfarchitect die door de winnaar van een toernooi in het water is gegooid. Dat is een Gerard Jol, Alan Rijks of een Michiel van der Vaart nooit overkomen – al zal menig clublid het ontwerp van een hunner specifieke bunkers of waterhindernissen als een doorn in het oog beschouwen.
Na het eerste Players Championship op de TPC van Sawgrass, in 1982, smeet winnaar Jerry Pate zowel de grote baas van de PGA, Dean Beman, als Pete Dye in het water naast de achttiende green. Hij was wel zo sportief om zelf ook een duik te nemen.
De spelers wisten niet wat hen overkwam op deze baan, die in niets leek op wat zij gewend waren. Dye haalde hen op Sawgrass volledig uit hun comfort zone en dat zou zijn leven lang blijven doen.
Dye zal de golfgeschiedenis ingaan als een genie met trekjes van een mad professor. Zijn manier van denken en werken deed mij altijd denken aan de ideeën van Emmett ‘Doc’ Brown, de even geflipte als magische uitvinder uit de filmreeks Back to the Future.
Ook Dye nam de golfer mee de toekomst in. Zijn ontwerpen hadden trekjes uit de golfhistorie – denk aan de houten dwarsliggers die hij voor het eerst in Schotland zag – maar de Amerikaan introduceerde ook nieuwe elementen, zoals de even beroemde als beruchte eilandgreen op de zeventiende van Sawgrass.
Die hole hebben we in technisch opzicht aan Pete Dye te danken, maar het idee was afkomstig van zijn vorig jaar overleden eega Alice. Zij was een veel betere golfer dan Pete en het is maar de vraag of hij zonder haar steun en inbreng zo’n opvallende carrière als golfarchitect had gehad.
Eind september van dit jaar wordt op een van Dye’s opvallendste ontwerpen de Ryder Cup gespeeld. In 1991 was een Dye-course ook al gastheer van de tweejaarlijkse strijd met de Ocean Course op Kiawah Island.
Maar Whistling Straits in Wisconsin is van een andere orde. De baan ligt pal aan Lake Michigan en Pete Dye heeft zich bij het ontwerp, zo zei hij zelf, laten inspireren door de grote Ierse seaside courses.
Dye voegde daar natuurlijk wel een opvallend en controversieel element aan toe: 967 bunkers. Sommige groot en traditioneel en andere klein en onopvallend.
Een bezoek aan een van die zandvlekken kostte Dustin Johnson in 2010 mogelijk de zege in het PGA Championship. DJ dacht dat het een waste area was en zette zijn club op de grond, maar de PGA had voor het kampioenschap een duidelijk memo in het clubhuis opgehangen dat alles dat zand of zanderig was als bunker moest worden beschouwd.
Pete Dye moet het voorval thuis, op de bank, met instemming hebben aanschouwd. Bezint eer gij begint, dat zou een mooi motto zijn voor iedere golfer die een baan van Pete Dye gaat spelen.
In Golfers Magazine 2 kijken we uitgebreider terug op de carriere van Pete Dye.
- Getty Images